Bron
Documentatiecentrum Vlaamse Rand, Rand-abc-fiche, 2009
Organisatie
Documentatiecentrum Vlaamse Rand
Jaar
2009
Taal
NL
Inleiding
De omzendbrief Peeters is een document dat het taalgebruik in de gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied in België preciseert. Deze omzendbrief is op 16 december 1997 door toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Leo Peeters naar de gouverneurs van de Vlaamse provincies gestuurd. Deze omzendbrief is later aangevuld met de omzendbrief Martens, die eenzelfde regeling beschrijft voor de dienstverlening door de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, en werd herbevestigd door de omzendbrief Keulen. De meest besproken stukken in de omzendbrief Peeters zijn die over de zogenaamde faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel en aan de taalgrens.
Wettelijke achtergrond
België is ingedeeld in 4 taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. In alle gemeenten uit de eentalige gebieden geldt ‘de voorrang van de taal van elk eentalig gebied’ (artikel 4 van de grondwet), dus ook in de faciliteitengemeenten, die integraal deel uitmaken van het Nederlandse taalgebied.
Na het vastleggen van de taalgrens werden faciliteiten ingesteld in gemeenten waar de, destijds recent gegroeide, taalminderheid groter was dan 30 procent (op basis van de talentellingen). In deze gemeenten kan de particuliere bevolking op verzoek de gemeentelijke diensten in de taal van voorkeur verkrijgen (in dit geval het Frans). De omzendbrief stelt dat deze faciliteiten bedoeld zijn als integratiebevorderende maatregel en verondersteld worden een uitdovend karakter te hebben. Onder meer omdat de wetgever hierover onduidelijk is, percipiëren Franstaligen deze faciliteiten echter als een definitieve verworvenheid, als een recht dat toegekend is aan een minderheid.
Een dergelijke interpretatie van het bestaan van faciliteiten zorgt voor een grote toestroom van veel nieuwe, hoofdzakelijk Franstalige, bewoners, die bijgevolg niet genoodzaakt zijn om enige toenadering te doen in hun contacten met de lokale bevolking, het sociale leven en de handelaars en voornamelijk afgestemd blijven op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om deze evolutie tegen te gaan, beroept de Vlaamse Gemeenschap zich op de omzendbrief Peeters en zodoende wordt de gemeenten opgedragen zich strikt aan de taalwet van het eentalige gebied te houden. Het belangrijkste voorschrift in deze omzendbrief is de bepaling dat de faciliteitengemeenten alle documenten aan alle burgers standaard in het Nederlands moeten versturen, waarna mensen die dat wensen zélf en voor elk document opnieuw moeten verzoeken om een Franse vertaling. Voor het aanvragen van documenten op het gemeentehuis geldt in de taalgrensgemeenten dat ze in het Nederlands worden opgesteld en uitgegeven, waarna de burger na afloop kan verzoeken om een vertaling. In de randgemeenten kan de burger vooraf verzoeken om een in het Frans opgesteld document.
Verder stelt de omzendbrief dat het interne bestuur van een faciliteitengemeente evenals de plaatselijke openbare diensten steeds het Nederlands dienen te hanteren. Zo is het niet toegestaan in vergaderingen van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen een andere taal dan Nederlands te spreken. Ook de niet-benoeming van 3 burgemeesters van faciliteitengemeenten na de laatste gemeenteraadsverkiezingen in 2006 is een gevolg van de strikte interpretatie van de taalwetgeving, zoals bepaald door de omzendbrief Peeters.
Juridische strijd
Hoewel ze op het grondgebied van het Vlaams Gewest geen bevoegdheid hebben, voerden de Franstalige Gemeenschap en het Waals Gewest samen met de Franstalige gemeentebesturen van enkele faciliteitengemeenten een jarenlange juridische strijd met een bezwaarprocedure tegen de omzendbrief Peeters. De bezwaren tonen aan dat de term ‘faciliteiten’ door beide partijen anders geïnterpreteerd wordt: aan Franstalige kant beroept men zich op het ‘persoonsrecht van vrij taalgebruik van de Franstalige, terwijl Vlamingen taalgebruik in bestuurszaken linken met het territorialiteitsbeginsel. Uiteindelijk vernietigde (een Nederlandstalige kamer van) de Raad van State de omzendbrief niet omdat een te ruime interpretatie van de faciliteiten zou leiden tot een stelsel van tweetaligheid, waarbij de taalvoorkeur van personen wordt vastgelegd in bestanden en dus tot een ongrondwettelijke situatie leidt. De omzendbrief Peeters is dus nog steeds van kracht en in juni 2008 velde de Raad van State een arrest waarin deze brief geduid werd als de enige juiste interpretatie van de taalwet voor de 6 faciliteitengemeenten rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Meer informatie
- Omzendbrief Peeters (pdf, 79 kB)
- Omzendbrief Martens (pdf, 16 kB)
- Omzendbrief Keulen (pdf, 86 kB)
- Omzendbrief Van den Brande (pdf, 62 kB)
Publicatie type
Artikel / tijdschrift
Categorie
Communautaire verhoudingen
Taalwetgeving / taalpolitiek
Regio
Vlaamse Rand
Faciliteitengemeenten
Share this