BRIO-matrix-fiche, 2018, update augustus 2021
Inleiding
Een duidelijk beeld van de werkpendel is belangrijk om verschillende redenen. Eerst en vooral is dit interessant vanuit mobiliteitsoogpunt. Daarnaast is een zicht op de pendelbewegingen van belang om een aantal economische begrippen, zoals de interne werkgelegenheid in een gemeente, te kaderen. Bovendien kan de werkpendel wijzen op een zekere mismatch op de lokale arbeidsmarkt. Belangrijke werkpendelstromen kunnen ook een indicatie geven van de verwevenheid tussen verschillende regio’s. Dit was het voornaamste opzet van het dossier ‘Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel’ (2014). Onderstaande tekst is een actualisatie en aanvulling van het onderdeel over de pendel.
Globaal beeld
De hier gebruikte pendelgegevens zijn jaargemiddelden, afkomstig van de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR). Ze omvatten enkel de loontrekkenden, aangezien bij zelfstandigen (en helpers) de werkplaats wordt gelijkgesteld met de woonplaats. Mogelijk is dit in werkelijkheid niet het geval en missen we zo de pendelende zelfstandigen. In 2008 waren er 65.440 zelfstandigen (en helpers) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goed voor 9,8% van de werkenden. Dit aandeel steeg geleidelijk naar 12,4% in 2018 (85.653).
Onderstaande figuur geeft een overzicht van de pendelbewegingen van en naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (verder steeds ‘Brussel’). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de pendel vanuit en naar de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Leuven, de rest van het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het buitenland.
Omdat internationale instellingen officieel buiten het Belgisch grondgebied vallen, worden werknemers in internationale instellingen doorgaans niet bij de binnenlandse werkgelegenheid geteld. Om een realistisch beeld van de pendelbewegingen te krijgen, nemen wij ze wel mee in de cijfers. Het gaat immers om een grote groep. Wanneer de groep in 2017 voor het eerst werd begroot, werden er 43.700 werknemers in internationale instellingen geteld (zie Desiere & Struyven, 2018). In 2018 gaat het om 44.259 werknemers. Hiervan wonen er 32.284 in Brussel, 4.747 in het arrondissement Halle-Vilvoorde, 1.338 in het arrondissement Leuven, 1.659 in de rest van het Vlaams Gewest, 4.131 in het Waals Gewest en 100 in het buitenland.
Pendelstromen Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2018)
Het aantal werkplaatsen in Brussel is zeer hoog: er werken bijna 650.000 mensen. Om aan deze grote vraag naar, vaak hooggeschoolde, arbeid te voldoen trekt Brussel dagelijks dan ook een groot aantal pendelaars aan. Meer dan de helft (56%) van de Brusselse jobs wordt ingevuld door pendelaars die buiten het gewest wonen. Het rekruteringsgebied van Brussel is zeer ruim; we vinden inkomende pendelaars vanuit het hele land. 63% van de pendelaars komt uit het Vlaams Gewest, 35% uit het Waals Gewest en de overige 2% uit het buitenland. Meer dan een derde (34%) van de pendelaars die in Brussel werken, woont in Vlaams-Brabant en dan vooral in het arrondissement Halle-Vilvoorde. De overige Vlaamse pendelaars komen vooral uit de naburige provincies Oost-Vlaanderen (14%) en Antwerpen (8%). De Waalse pendelaars wonen voornamelijk in de provincies Henegouwen (13%) en Waals-Brabant (13%).
De omgekeerde beweging, die van de uitgaande pendelaars, komt minder voor: voor elke Brusselaar die buiten het gewest werkt, werken meer dan vijf niet-Brusselaars in Brussel. Minder dan een vijfde van de Brusselse beroepsbevolking (19%) werkt buiten Brussel. Nog meer dan bij de inkomende pendel, lijkt hier de factor ‘nabijheid’ van belang. Bijna de helft van deze pendelaars (47%) is immers aan de slag in het nabijgelegen arrondissement Halle-Vilvoorde.
Ten slotte kunnen we de evolutie van een aantal belangrijke pendelindicatoren schetsen. Om een vergelijking in de tijd mogelijk te maken, tellen we hier werknemers in internationale instellingen niet mee. Deze zijn immers maar beschikbaar voor de laatste twee jaren. In de laatste kolom van de tabel, geven we ter info wel hun aantal. De interne werkgelegenheid (604.923) in Brussel, wordt gedefinieerd als de som van alle personen die in het gewest wonen én werken (252.316) en alle inkomende pendelaars uit de andere gewesten of het buitenland (352.607). De beroepsbevolking (320.598) wordt dan omschreven als de Brusselaars die in het gewest werken (252.316) vermeerderd met de uitgaande pendelaars (68.282). Andere veelgebruikte indicatoren zijn:
- de inkomende pendelintensiteit (58,3%): het aandeel inkomende pendelaars (352.607) gedeeld door de interne werkgelegenheid (604.923);
- de uitgaande pendelintensiteit (21,3%): het aandeel uitgaande pendelaars (68.282) gedeeld door de totale beroepsbevolking (320.598);
- het pendelsaldo (284.325): het verschil tussen de inkomende pendel (352.607) en de uitgaande pendel (68.282);
- het pendelvolume (420.889): de som van de inkomende pendel (352.607) en de uitgaande pendel (68.282).
Pendelindicatoren van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2008-2018)
|
wonend en werkend in Brussel |
inkomende pendel |
interne werkgelegenheid |
uitgaande pendel |
beroepsbevolking |
inkomende pendelintensiteit |
uitgaande pendelintensiteit |
pendelsaldo |
pendelvolume |
Internationale werknemers (waarvan wonend in Brussel) |
|
|
2008 |
220 455 |
378 637 |
599 092 |
65 900 |
286 355 |
63,2 |
23,0 |
312 737 |
444 537 |
|
|
2009 |
221 116 |
375 947 |
597 063 |
65 852 |
286 968 |
63,0 |
22,9 |
310 095 |
441 799 |
|
|
2010 |
223 246 |
376 988 |
600 234 |
66 864 |
290 110 |
62,8 |
23,0 |
310 124 |
443 852 |
|
|
2011 |
230 351 |
377 476 |
607 827 |
65 858 |
296 209 |
62,1 |
22,2 |
311 618 |
443 334 |
|
|
2012 |
231 504 |
371 986 |
603 490 |
65 638 |
297 142 |
61,6 |
22,1 |
306 348 |
437 624 |
|
|
2013 |
231 244 |
368 392 |
599 636 |
65 336 |
296 580 |
61,4 |
22,0 |
303 056 |
433 728 |
|
|
2014 |
236 316 |
362 773 |
599 089 |
62 927 |
299 243 |
60,6 |
21,0 |
299 846 |
425 700 |
|
|
2015 |
241 981 |
358 036 |
600 017 |
61 840 |
303 821 |
59,7 |
20,4 |
296 196 |
419 876 |
|
|
2016 |
243 796 |
356 249 |
600 045 |
64 638 |
308 434 |
59,4 |
21,0 |
291 611 |
420 887 |
|
|
2017 |
248 436 |
355 224 |
603 660 |
65 772 |
314 208 |
58,8 |
20,9 |
289 452 |
420 996 |
43 700 (31 829) |
|
2018 |
252 316 |
352 607 |
604 923 |
68 282 |
320 598 |
58,3 |
21,3 |
284 325 |
420 889 |
44 259 (32 284) |
Bron: VAR via Steunpunt Werk, verwerking Steunpunt D&A, Provincie Vlaams-Brabant
Een overzicht van deze kernindicatoren van 2008 tot en met 2018 geeft aan dat de interne werkgelegenheid in deze periode niet veel toeneemt, maar dat het aandeel van de Brusselaars hierin wel sterk stijgt: het aantal in Brussel wonende en werkende inwoners stijgt immers met ongeveer 32.000, terwijl het aantal inkomende pendelaars daalt met ongeveer 26.000. Bijgevolg daalt de inkomende pendelintensiteit. De uitgaande pendel neemt niet veel toe, waardoor ook de uitgaande pendelintensiteit een dalende tendens vertoont.
Een analyse van de Enquête Arbeidskrachten toont aan dat dit stijgend aandeel van de Brusselaars in de interne werkgelegenheid er reeds langer speelt: tussen 1995 en 2012 zien we ook daar een gestage toename van het aantal werkende Brusselse inwoners in Brussel, hoewel de inkomende pendel in die periode niet daalde.
Gemeentelijke cijfers
Bijna 30% van de Vlaams-Brabantse inwoners werkt in Brussel. Samen met de gemeenten van de Vlaamse Rand is dat bijna de helft. Maar hoe ver reikt de invloed van Brussel juist? Onderstaande kaart is een manier om dat te begroten (zie De Maesschalck et al., 2018): voor elke (woon)gemeente in Vlaams-Brabant wordt nagegaan in welke (werk)gemeente de meeste inwoners aan het werk zijn. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt daarbij als één gemeente beschouwd. Op die manier kunnen we Vlaams-Brabant opdelen in een aantal gebieden: in Aarschot en Diest werken de meeste inwoners in de eigen gemeente, maar er zijn geen andere gemeenten waar een meerderheid van de inwoners in Aarschot of Diest werken. Dit is wel het geval voor Tienen, Leuven en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van de andere Vlaams-Brabantse gemeenten werken de meeste inwoners in één van deze drie centra of in Sint-Truiden. Op de kaart zijn ook de gemeenten opgenomen buiten Vlaams-Brabant waar de meeste inwoners in één van deze werkgelegenheidscentra werken. We zien dat de invloedssfeer van Brussel zich uitstrekt over het gehele arrondissement Halle-Vilvoorde en een aantal gemeenten van het arrondissement Leuven. Dit geldt verder voor geheel Waals-Brabant, samen met een reeks gemeenten in Henegouwen, maar ook in Oost-Vlaanderen, Luik en Namen.
Op de kaart is met arcering ook aangeduid om hoeveel procent van de inwoners het gaat. Dat is meer dan een derde in heel wat gemeenten van Halle-Vilvoorde, maar ook in delen van Waals-Brabant en Henegouwen en in het Oost-Vlaamse Denderleeuw. In de faciliteitengemeenten is dat zelfs meer dan de helft, evenals in Dilbeek en Sint-Pieters-Leeuw.
Belangrijkste pendelstroom van loontrekkende inwoners (2018)

De volgende kaart focust op het pendelsaldo per gemeente. Het pendelsaldo is het aantal inwoners van de betreffende gemeente dat in Brussel werkt, verminderd met het aantal inwoners van Brussel dat in de gemeente werkt, kortom de uitgaande pendel min de inkomende pendel. Naast de absolute aantallen in de taartgrafieken, toont de kaart ook het aandeel van dit pendelsaldo ten opzichte van het totaal aantal werkende inwoners in de gemeente. Dit aandeel is het hoogst in Linkebeek, Wezembeek-Oppem, Kraainem en Wemmel, waar het meer dan 50% bedraagt. Hoge waarden vinden we verder in heel wat andere randgemeenten van Brussel, en in een aantal gemeenten van Henegouwen en Waals-Brabant. Omgekeerd zijn Zaventem en Machelen de enige Belgische gemeenten met een negatief saldo: er werken meer Brusselaars dan er inwoners in Brussel gaan werken. Daarin speelt de luchthaven natuurlijk een belangrijke rol. Algemeen neemt het pendelsaldo duidelijk sneller af ten oosten en ten noorden van Brussel, wat niet alleen te maken heeft met de aanwezigheid van de luchthavenregio, maar ook met werkgelegenheidspolen als Leuven en Mechelen.In Waals-Brabant zien we dat Waver, Louvain-La-Neuve en het naburige Mont-Saint-Guibert heel wat Brusselaars aantrekken, al blijft het saldo er positief.
Pendelsaldo met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2018)

Referenties
Desiere S., Struyven L., Cuyvers D. & Gangji A. (2018). De internationale tewerkstelling: eindelijk aanwezig in de arbeidsmarktstatistieken, BISA FOCUS NR. 24, 9 p.
De Maesschalck F., Heylen V. & De Rijck T. (2018). Werken in Vlaams-Brabant, Steunpunt Data & Analyse, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven, 95 p.
De Maesschalck F., De Rijck T. & Heylen V. (2014). Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel, Steunpunt sociale planning, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven, 110 p.