Autor(en)
De Blander Rembert
Kavadias Dimokritos
Ursprung

BRIO-matrixfiche, 2019

Organisation
Jahr
2019
Sprache
NL
fiche

De Brusselnorm

In de context van de financiering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) op gebied van persoonsgebonden beleidsdomeinen (de zogenaamde gemeenschapsbevoegdheden) vormt “de Brusselnorm” een gevestigd begrip. Deze Brusselnorm is een intentieverklaring van de Vlaamse Overheid (VO) ten aanzien van Brussel. Naast haar hoofdstedelijke functie en haar centrumfunctie ten aanzien van Vlaanderen wordt het BHG met diens specifiek grootstedelijke en meertalige karakter, ook expliciet erkend als een integraal onderdeel van het werkingsgebied van de Vlaamse Gemeenschap. (GACB, 2017: 10). De intentie vervat in de Brusselnorm houdt de wens in dat één derde van alle Brusselaars de voorzieningen van de Vlaamse Gemeenschap zouden gebruiken (Bervoet & Moens, 2017; Chaltin and Mares, 2014; GACB, 2017: 53).

De Brusselnorm is derhalve een doelstelling die door de Vlaamse Overheid wordt gehanteerd omtrent de grootte van de doelgroep die ze wil bereiken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze norm vertrekt van de intentie dat de Vlaamse Gemeenschap voor haar beleid in Brussel, 1/3 van de Brusselse bevolking als haar doelgroep beschouwt.  De basisveronderstelling van de Vlaamse Overheid is dat de omvang van de financiering in verhouding dient te zijn met de omvang van de bevolking. De financieringsstromen dienen bijgevolg evenredig aan de beoogde bevolkingsaantallen te zijn.

Historisch stemde deze norm overeen met ongeveer 300.000 mensen die tot de doelgroep behoorden.  Dit aantal correspondeerde met 5% van de bevolking in Vlaanderen. De oorspronkelijke formulering in termen van “1/3 van de bevolking” is echter verkiesbaar boven de “5%” of “300.000”-formuleringen. Een dergelijke relatieve omschrijving houdt immers automatisch rekening met de demografische evoluties binnen Brussel en Vlaanderen.

Demografische verschuiving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest versus Vlaams Gewest

Na twee decennia van bevolkingsafname kent het BHG sinds de eeuwwisseling een gestage toename. De bevolkingsaangroei in Brussel is tevens meer uitgesproken dan in Vlaanderen. De snellere groei zorgt er dan ook voor dat 5% lang niet meer volstaat om “1/3 van alle Brusselaars” te bereiken. In onderstaande figuur geven we de bevolkingsaantallen tot en met 2018 en de projecties van het Federaal Planbureau vanaf 2019 tot en met 2070.

figuur1

Figuur 1. Evolutie van bevolkingsaantallen Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1991-2018, aangevuld met projecties tot 2070 (Bron: Federaal Planbureau).

Uit figuur 1 blijkt vooral een sterke bevolkingstoename in de meer recente periode. De bevolkingsgroei in Brussel heeft echter enkel een impact op de financiering via de Brusselnorm indien deze sneller groeit dan deze in Vlaanderen. Om dit te illustreren vergelijken we de groei in beide gewesten ten aanzien van een referentiejaar (in dit geval 1991).

figuur2

Figuur 2. Vergelijking van de groei in het Brussels Hoofdstedelijk gewest met groei in Vlaanderen – referentiejaar 1991=100 op basis van de bevolkingsaantallen 1991-2018, aangevuld met projecties tot 2070 (Bron: Federaal Planbureau).

Uit bovenstaande figuur zouden we reeds kunnen afleiden dat sinds de vaststelling van de 1/3 regel, de Brusselse bevolking relatief sterker is toegenomen dan de bevolking in het Vlaams Gewest, waardoor de aantallen niet meer overeenstemmen met 5% of 300.000.

Globale implicatie

Met deze reële en geprojecteerde bevolkingsaantallen kunnen we de demografische evolutie, op basis van de intentieverklaring van de Brusselnorm, omzetten in een budgettaire doelstelling. Hierbij vertrekken we vanuit een aantal veronderstellingen. Een eerste belangrijke assumptie is dat het beschikbare budget verdeeld wordt volgens het aantal inwoners. Dat impliceert dat 1% van de bevolking “recht” zou hebben op 1% van de middelen en 5% van de bevolking op 5% van de middelen. In eerste instantie berekenden we de budgettaire implicaties van de Brusselnorm sinds 2000. Daarvoor gaan we ervan uit dat de volledige Vlaamse Gemeenschap bestaat uit de volledige bevolking van het Vlaams Gewest en 1/3 van de Brusselse bevolking waardoor het budgetaandeel van Brussel gegeven wordt door de volgende formule:

 formule

Met deze formule kan voor elk jaar de toe te wijzen fractie van de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap voor Brussel worden berekend. Deze bedroeg 5,11% in 2000 maar steeg tot 5,76% in 2016.

figuur3

Figuur 3. Fractie van de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap voor Brussel op basis van de bevolkingsaantallen 2000-2018 (Bron: Federaal Planbureau).

Gebruik makende van de bevolkingsprojecties van het federaal planbureau kan deze fractie ook verder worden berekend voor de komende jaren, zoals geïllustreerd in figuur 4.  

figuur4

Figuur 4. Implicaties van de demografische evolutie voor de fractie van de uitgaven van de Vlaamse Gemeenschap voor Brussel op basis van projecties van bevolkingsaantallen 2019-2035 (Bron: Federaal Planbureau).

Deze recente stijging zou in 2021 een maximum van 5,76% bereiken, om daarna te dalen tot 5,67% in 2035.

Wanneer we de reële uitgaven in Brussel vergelijken met de Brusselnorm, stellen we vast dat deze uitgaven systematisch lager liggen.

figuur5

Figuur 5. Uitkomsten voor een verschil in berekeningswijze van de Brusselnorm – Vergelijking 1/3 bevolking versus 5% van de uitgaven (uitgedrukt in miljoen euro)

Conclusie

De Brusselnorm is een intentieverklaring van de Vlaamse Overheid om dienstverlening en de inherente financiële inspanning te voorzien voor dat deel van de Brusselse bevolking dat ze als haar doelgroep beschouwt. Budgettair werd deze op 5% bepaald, met de bedoeling 1/3 van de Brusselse bevolking te bereiken. Deze absolute fractie houdt echter geen rekening met de demografische evoluties in Brussel (in vergelijking met het Vlaams Gewest). Het gevolg is dat we momenteel een relatieve onderfinanciering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kennen, in vergelijking met de oorspronkelijk geformuleerde intentie. Het lijkt aan te bevelen om te kiezen voor een consistente en heldere definitie zodat de politieke discussies over de financiering van de Vlaamse gemeenschapsvoorzieningen in Brussel op een consistente manier georganiseerd kunnen worden.

Bibliografie

Chaltin, K., Mares, A., 2014. De Brusselnorm. BRIO-matrix, fiche 17 december 2014, Vlaamse Overheid.

De Blander, R. & Kavadias, D. 2019. Financieringsnota Vlaamse Rand. BRIO: Brussel.

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, sd. Observatorium voor gezondheid en welzijn van brussel-hoofdstad.

Gemengde Ambtelijke Commissie Brussel, 2017. Rapport 2017. Tech. rep., Vlaamse Gemeenschapscommissie — Vlaamse Gemeenschap.

National Bank of Belgium, sd. Online statistics: Public finance – non-financial government accounts – government spending by functions and transactions.

Naudts, W., Plompten, M., 2008. Onderzoek Brusseltoets en Brusselnorm. Ontwikkeling van een meetinstrument en beleidseffectenevaluatiesysteem. Onderzoeksrapport brio, BRIO.

StatBel, 2018. Population by place of residence, nationality, marital status, age and sex. Retrieved on 16/05/2019.
URL https://statbel.fgov.be/en/open-data/population-place-residence-nationality-marital-status-age-and-sex-8

Statistiek Vlaanderen, sd. Vlaamse openbare statistieken - inwoners. Retrieved on 10/05/2019.
URL https://www.statistiekvlaanderen.be/bevolking/inwoners

Task Force Brussel, Jan. 2012. Eindrapport. Tech. rep., Vlaamse Gemeenschapscommissie — Vlaamse Gemeenschap.

Task Force Brussel, Oct. 2013. Aanvullend rapport. Tech. rep., Vlaamse Gemeenschapscommissie — Vlaamse Gemeenschap.

Vandresse, M., Duyck, J., Paul, J., 2019. Demografische vooruitzichten 2018-2070 — bevolking en huishoudens. Tech. rep., Federaal Planbureau en Statbel.

Vlaamse Regering, Jul. 1999. Een nieuw project voor Vlaanderen. Vlaams regeerakkoord 1999-2004. Tech. rep., Vlaamse Regering.

Veröffentlichungsart
Karte
Kategorie
Brüssel, die 19 Gemeinden
Finanzen
Region
Region Brüssel-Hauptstadt
Share this