Auteur(s)
Saeys Mathis
Bron

BRIO-matrixfiche, 2021

Organisatie
Jaar
2021
Taal
NL
leerlingen

Inleiding

De afgelopen jaren kwam het Brussels onderwijs meermaals in de belangstelling van beleidsmakers, onderzoekers, en niet in de laatste plaats, ouders te staan. Zoals elders toegelicht zorgde de snel wijzigde sociaal-demografische opbouw van Brussel (zie Hermia 2021) voor een nijpende behoefte aan extra schoolplaatsen (Van Laethem, Hermia & Dujardin 2021), maar ook voor conflicten op pedagogisch vlak (Mansoury & Saeys 2021). Deze zichtbare kwesties zijn echter het gevolg van verschillende processen die zich over decennia hebben ontsponnen.

We bieden een overzicht van cijfers uit het verleden, maar de huidige bijdrage is geen historisch overzicht. Hiervoor verwijzen we graag naar de onderzoeksfiche van de hand van Janssens, Chaltin en Mares (2016). We gaan ook niet in op de organisatie en werking van het onderwijs in Brussel (zie hiervoor de synthesenota van Wayens, Janssens en Vaesen (2013)). De evolutie van het Brussels Nederlandstalig leerplichtonderwijs (kleuter-, lager- en secundair) is een interessante “case” aangezien het inzicht biedt in de reële uitdaging om kwaliteitsvol onderwijs te kunnen bieden in complexe grootstedelijke contexten.

In deze bijdrage blikken we terug op de evolutie van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel vanaf het schooljaar 1962-1963. We belichten de wijzigende reputatie, de afname en gestage heropleving, evenals de uitdagingen die hiermee gepaard gingen. Voor dit overzicht werden de meest recente cijfergegevens van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), het Belgische bureau voor de statistiek (STATBEL), het Federaal Planbureau (FPB) en de Vlaamse Gemeeschapscommissie (VGC) gebruikt. Op die manier hopen we een aantal randvoorwaarden aan te reiken die het Brussels onderwijs moeten versterken voor de toekomst.

Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel

Brussel kende de laatste jaren een capaciteitsprobleem en een enorme injectie in middelen tot uitbreiding van de scholenbouw. In het schooljaar 2019-2020 telde het Nederlandstalig onderwijs 175 scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waarvan 140 kleuter- en lagere scholen en 35 secundaire scholen, dit zijn er reeds 26 meer dan in 2005 (BISA 2021a). Ook de komende jaren wordt geïnvesteerd in het Brussels Nederlandstalige onderwijs, zodoende de capaciteitsproblemen verder op te vangen (Wayens et al. 2018). Toch is dit ooit anders geweest. Waar 25 jaar geleden secundaire (Nederlandstalige) scholen nog werden gesloten in Brussel vanwege een leerlingentekort, zorgt een demografische impuls en de kwaliteitsvolle reputatie van het Nederlandstalig onderwijs de laatste jaren voor een groeiend leerlingenaantal. Lettende op deze ontwikkeling stelt de vraag zich of het Nederlandstalig onderwijs in Brussel niet uit zijn voegen barst.

Grafiek 1 illustreert de evolutie van het leerlingenaantal in instellingen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel sinds het begin van de jaren 1960 t.e.m. 2005. Drie tendensen zijn zichtbaar uit deze grafiek. In eerste instantie zien we een lichte stijging in het aantal leerlingen voor het lager onderwijs tot het schooljaar 1966-1967, gevolgd door een terugval van 47,8% tegen het schooljaar 1982-1983. Vanaf 1980 kan dan weer een gestage heropleving van het kleuteronderwijs worden vastgesteld. Het duurt evenwel enkele jaren voor dit zich uit in stijgende leerlingenaantallen in het lager onderwijs. In 2005 ligt dit aandeel immers nog steeds 19% onder het niveau van 1967. Tot slot blijft het aantal leerlingen in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs afnemen tot het jaar 2000.

afb1
Grafiek 1: Evolutie leerlingenaantal Nederlandstalig onderwijs in Brussel van 1962-2005. VGC

Verschillende factoren verklaren dit grillig verloop: niet onbelangrijk is het wijzigende keuzepatroon van de ouders doorheen de jaren, maar ook bredere maatschappelijke processen van immigratie, stadsvlucht en suburbanisatie droegen bij tot de neergang en heropleving van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel (Janssens & Vaesen 2015).

Globaal gezien groeide de leerlingenbevolking in het Nederlandstalig Brussels leerplichtonderwijs tussen 2005 en 2020. Ten aanzien van 2005 observeren we een stijging van 34,2%, of een toename van 37.635 naar 50.477 leerlingen, in 2020 (BISA 2021b). Deze toename verbergt evenwel de verschillen tussen de onderwijsniveaus, dewelke geïllustreerd worden in Grafiek 2. We observeren een duidelijke versnelling in het lager onderwijs terwijl het leerlingenaantal in het secundair onderwijs toeneemt, evenwel aan een tempo dat van jaar tot jaar fluctueert. Niettemin zien we sinds 2016 ook hier een sterkere groei wat zich de komende jaren verder zal laten voelen. In tegenstelling tot de scholen van de Franse Gemeenschap is er evenmin een afname of vertraging bij het kleuteronderwijs.  

afb2
Grafiek 2: Evolutie leerlingenaantal Nederlandstalig onderwijs in Brussel van 2005-2020. BISA (2021b)

Voorgenoemde evolutie kan niet worden losgekoppeld van de snel veranderende sociaal-demografische structuur van het Gewest. Brussel is tegenwoordig het jongste en meest diverse gewest van België (STATBEL 2021). Historisch gezien heeft Brussel altijd een onthaalfunctie gehad voor migrantenstromen uit Europa en de rest van de wereld. De laatste drie decennia kwam deze diversiteit echter in een stroomversnelling te zitten. De aankomst van voornamelijk jongere nieuwkomers, in combinatie met hun licht hogere vruchtbaarheidsgraad, zorgden voor een verjonging en toenemende diversiteit van het Brussels Gewest (Hermia 2021).

Op basis van gegevens van het FBP en STATBEL laat Grafiek 3 de evolutie zien van vier leeftijdsgroepen van 0 tot en met de leeftijd van 18 jaar voor de periode 1991-2020. Vanaf 2020 worden de predicties per leeftijdsgroep weergegeven. Uit deze grafiek zien we een aanhoudende verjonging sinds begin jaren 2000, wat zich duidelijk vertekend in de groeiende leerlingenpopulaties van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel (zie Grafiek 2). Sinds enkele jaren zien we echter een daling bij de leeftijdsgroepen tot 5 jaar, hetgeen zich zal uiten in een terugval van het leerlingenaantal voor het kleuteronderwijs tegen 2025. Volgens BISA zal deze trend zich tevens verderzetten in het lager onderwijs tegen 2030. Ook de schoolbevolking in het secundair onderwijs wordt verwacht te pieken tegen 2025, om vervolgens af te nemen tegen 2030 (Van Laethem, Hermia & Dujardin 2021).

afb3
Grafiek 3: Evolutie van verschillende leeftijdsgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. FBP en STATBEL (2021)

Cijfergegevens van de VGC bieden dan weer inzicht in de diversiteit van de leerlingenbevolking. Tussen 1979 en 2014 verzamelden de VGC gegevens over de etnisch-culturele achtergrond van haar schoolbevolking. Deze gegevens werden verzameld aan de hand van jaarlijkse bevragingen bij de schooldirecties. Ze zijn niet volledig accuraat aangezien we er niet automatisch van uit kunnen gaan dat deze cijfers altijd en in alle scholen even systematisch werden verzameld. Toch bieden ze inzicht in de evoluties op het terrein. Grafiek 4 illustreert de taalachtergrond van de leerlingen in het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. Waar in 1992 nog 76,5% van de leerlingen uit een homogeen Nederlandstalig en geen 3% uit een anderstalig gezin kwamen, wijzigde hun aandeel respectievelijk naar 22,5% en 21,4% tegen het schooljaar 2013-2014. Ook het aandeel leerlingen uit taalgemengde gezinnen nam in dezelfde periode toe, weliswaar minder significant. De recente populariteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel kan in sterke mate worden verklaard door niet-Nederlandstalige ouders die twee- en meertaligheid als noodzaak beschouwen bij hun kinderen (Janssens 2018).

afb4
Grafiek 4: Taalachtergrond leerlingen Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel van 1991-2014. VGC

Grafiek 5 illustreert deze toegenomen diversiteit bij de leerlingenbevolking verder. Anno 2014 bestond de meerderheid van de leerlingen uit kinderen met een andere ‘etnisch-culturele achtergrond’. Hiermee is Brussel een “Meerderheid-Minderheid” stad geworden (Geldof 2016).  Gelet op de toegenomen diversiteit in Brussel (zie STATBEL 2021) is het voor de hand liggend dat deze trend zich sinds 2014 heeft verderzet in het Nederlandstalig onderwijs.

afb5
Grafiek 5: Percentage leerlingen uit een niet-westers gezin 1991-2014. VGC

Slotbedenkingen

Het aantal leerplichtige in Brussel zal verder toenemen tegen 2025, weliswaar trager dan initieel verwacht. Daarentegen zou de schoolbevolking tussen 2025 en 2030 licht afnemen als gevolg van een dalend geboortecijfers in het BHG sedert 2014. We kunnen tevens verwachten dat ook op dit vlak COVID-19 een demografische impact zal kennen. Het is bijgevolg van belang deze evoluties nauwgezet te monitoren, zeker gezien de recente kwesties m.b.t. het plaats tekort bij Nederlandstalige scholen in Brussel. De verwachting blijft immers dat het aantal vereiste schoolplaatsen in 2030 hoger zal zijn dan de huidige capaciteit (Van Laethem, Hermia & Dujardin 2021).

Aansluitend kan worden aangenomen dat super-diverse klassen, waarbij een meerderheid-minderheidsprincipe geldt, de norm zal worden eerder dan de uitzondering (zie STATBEL 2021). Onvermijdelijk zorgen deze ontwikkelingen voor de uitdieping van een aantal bestaande tegenstellingen die zich etnisch-cultureel, sociaal-ruimtelijk en pedagogisch uiten (Kavadias et al. 2021). Dit zijn geenszins uitdagingen die zich beperken tot het Nederlandstalig onderwijs, maar deel uitmaakt van een snel veranderende grootstedelijke context. Een duidelijk objectief beeld krijgen op de samenstelling van de Brusselse leerlingenpopulatie lijkt een eerste, maar pertinente, stap om in te spelen op de noden, kansen en uitdagingen van het onderwijs in de 21ste eeuw.

Door in te spelen op deze randvoorwaarden kan het Brussels (Nederlandstalig) onderwijs een uniek kruispunt zijn waarbij, onder meer, gelijke onderwijskansen worden bevorderd, beantwoord wordt aan de sleutelcompetenties, en voldoende verankerd zit in het stedelijk landschap.

Bibliografie

BISA. (2021a). Onderwijs: scholen. Brussel: Perspective.Brussels.

BISA. (2021b). Onderwijs: schoolbevolking. Brussel: Perspective.Brussels.

Federaal Planbureau, STATBEL. (2021). Demografische vooruitzichten 2020-2070. Federaal Planbureau: Brussel.

Geldof, D. (2016). Superdiversity and the City. Social Work and the City, 127–149. https://doi.org/10.1057/978-1-137-51623-7_5.

Hermia, J.P. (2021). Demografische barometer 2020 van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Focus 47, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.

Janssens, R., Chaltin, K., Mares, A. (2016). Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel: Meer historiek. BRIO-Fiche.

Janssens, R., Vaesen, J. (2015). In contact and/or in conflict? Ethno-cultural markers, language and schooling in post-war Brussels. Past, Present and Future of a Language Border, 255–274.

Janssens, R. (2018). Meertaligheid als opdracht. Een analyse van de Brusselse taalsituatie op basis van taalbarometer 4. VUBPRESS: Brussel.

Kavadias, D., B. Spruyt, N. Engels, G. Van Cappel (red.) (2021). Zinnekes zijn DEBEST – Diversiteit aan het werk bij Brusselse jongeren van vandaag. ASP: Brussel.

Van Laethem, M., Hermia, J.P., Dujardin, A. (2021). Zullen er in 2030 genoeg plaatsen zijn in Brusselse scholen. Focus 48, Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.

Mansoury E., Saeys M. (2021). De controverse over controversiële onderwerpen in de klas: Saved by the bell?. In Kavadias, D., B. Spruyt, N. Engels, G. Van Cappel (red.). Zinnekes zijn DEBEST – Diversiteit aan het werk bij Brusselse jongeren van vandaag. ASP: Brussel.

STATBEL. (2021). Bevolking naar herkomst en geboorteland per gemeente. Brussel: Belgische Federale Overheidsdienst.

Wayens, B., Janssens, R., & Vaesen, J. (2013). Het onderwijs in Brussel: een complex crisisbeheerBrussels Studies. Published.

Wayens, B., Marissal, P., d’Andrimont, C., & Vandenbroucke, A. (2018). Creëren van plaatsen in het secundair onderwijs. Evaluatie en lokalisatie van de noden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.

Publicatie type
Fiche
Categorie
Demografie
Nederlandstalig onderwijs
Onderwijs
Regio
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Share this