
Situering
In een meertalige en diverse stedelijke context zoals Brussel wint het concept sense of belonging – het gevoel van verbondenheid en thuishoren – aan belang in zowel het wetenschappelijk debat als in het maatschappelijke discours. Dit gevoel verwijst naar de mate waarin inwoners zich gewaardeerd, erkend, gesteund en inclusief behandeld voelen. Steden zijn een verzameling van ‘vreemden’ op een beperkte oppervlakte (Glaeser, 2012), waardoor een dergelijke sense of belonging een wezenlijk onderdeel hoort te zijn van de stedelijke gemeenschap (Montserrat, 2013).
Traditioneel is het gevoel van verbondenheid en thuishoren geworteld in een gedeelde geschiedenis of een gemeenschappelijk waarden- en normenpatroon. In een samenleving die gekenmerkt wordt door toenemende verhuisbewegingen en diversiteit, staat deze basis echter onder druk. Het wordt steeds moeilijker om een collectief referentiekader te vinden waarbinnen alle stadsbewoners zich kunnen herkennen (Janssens, 2018; Kraus, 2023).
In dit licht is het bijzonder relevant om te onderzoeken hoe Brusselaars vandaag hun band met de stad inschatten, en in welke mate ze zich er thuis voelen. Het Taalbarometeronderzoek biedt op dit vlak een zeldzame empirische inkijk in gevoelens van verbondenheid en thuishoren onder de Brusselse bevolking.
Band met Brussel?
Het gevoel van verbondenheid en thuishoren werd in de vijfde Brusselse Taalbarometer bevraagd aan de hand van zes items. Respondenten kregen de volgende uitspraken voorgelegd: (a) “in Brussel voel ik me thuis”, (b) “Brussel is een stad vol problemen”, (c) “Brussel is een aangename stad om in te wonen”, (d) “in Brussel voel ik me aan kant gezet”, (e) “in Brussel voel ik me gelijkwaardig aan andere mensen”, en (f) “in Brussel voel ik me niet veilig” (Saeys, Simon en Kavadias, 2025).
Over het algemeen beoordelen de Brusselaars hun stad eerder positief. Zo geeft bijna negen op tien aan zich thuis te voelen in Brussel, en vindt een gelijkaardig aandeel de stad aangenaam om in te wonen. Daartegenover staat dat een derde van de respondenten aangeeft zich niet veilig te voelen in hun stad, en vier op de tien Brussel ervaren als een stad vol problemen.
Om de onderliggende relaties tussen deze uiteenlopende percepties eenvoudig te analyseren, werd een Pearson correlatiecoëfficiënt berekend. De onderstaande tabel toont in welke mate het gevoel van zich thuis voelen in Brussel samenhangt met gevoelens van uitsluiting, ongelijkheid of onveiligheid, evenals de percepties onderling.

Het zich thuis voelen in Brussel vertoont een matig positieve correlatie met de perceptie dat Brussel een aangename stad is om in te wonen (r = .36, p < .001), en met het gevoel van gelijkwaardigheid ten aanzien van andere mensen (r = .25, p < .001). Daartegenover staat een sterk negatieve samenhang met gevoelens van marginalisatie (r = -.41, p < .001).
Verder blijkt uit de tabel dat het gevoel van onveiligheid en de perceptie van Brussel als een stad vol problemen onderling positief samenhangen (r = .32, p < .001). Met andere woorden: wie Brussel als problematisch ervaart, voelt zich doorgaans ook minder veilig (en vice versa).
Deze bevindingen worden ondersteund door de negatieve samenhang tussen het beschouwen van Brussel als een aangename woonstad en het ervaren van sociale uitsluiting (r = -.35, p < .001). Daarnaast wijst de bovenstaande tabel op de matig negatieve correlatie tussen het gevoel van gelijkwaardigheid en marginalisatie (r = -.32, p < .001).
Om de onderliggende samenhang van deze zes items te analyseren, werd een principal componentanalyse (PCA) uitgevoerd. De analyse leverde één betekenisvolle component op, goed voor 39% van de verklaarde variantie.

De zes indicatoren laden substantieel op één gemeenschappelijke component. De positieve stedelijke attitudes (zoals zich thuis voelen en Brussel aangenaam vinden) laden negatief, terwijl negatieve percepties (zoals onveiligheid en sociale uitsluiting) positief laden. Met andere woorden, de Brusselaars die zich thuis voelen in Brussel, geven meestal aan Brussel als een aangename stad te ervaren en gelijk behandeld te worden. Omgekeerd geldt dat wie Brussel als onveilig of problematisch beschouwt, zich vaker uitgesloten voelt.
Om de voorgaande resultaten verder uit te diepen, werden statistische vergelijkingen uitgevoerd tussen verschillende thuistaalgroepen. De ANOVA-analyse maakt het mogelijk om te bepalen of de gemiddelde beleving van Brussel verschilt tussen eentalige Nederlandstaligen, Franstaligen en anderstaligen.

Op vijf van de zes stellingen die peilen naar de ‘band met Brussel’ werd geen significant verschil vastgesteld tussen Nederlandstaligen en inwoners met een andere thuistaal. Een uitzondering vormt het gevoel van gelijkwaardigheid. Respondenten uit een eentalig Nederlandstalig gezin voelen zich significant meer gelijkwaardig aan andere Brusselaars dan de overige thuistaalgroepen (F =5,826, p < ,05).

Ook tussen eentalig Franstaligen en andere thuistaalgroepen zijn de verschillen beperkt. Franstaligen voelen zich significant minder aan kant gezet dan niet-Franstaligen (F = 14,455, p< ,001). Voor de overige vijf items zijn de resultaten niet statistisch significant.

Binnen de groep Brusselaars met een andere thuistaal dan het Nederlands of Frans worden eveneens twee significante verschillen vastgesteld. Anderstaligen beoordelen Brussel gemiddeld hoger als een aangename stad om in te wonen (F = 7,063 p< ,001). Toch geeft deze thuistaalgroep ook vaker aan zich aan de kant gezet te voelen (F = 7,945, p< ,001). Dit spanningsveld vraagt om verder onderzoek. Voor de andere items zijn er geen significante verschillen vastgesteld tussen de thuistaalgroepen.
Slotbedenkingen
Deze resultaten wijzen erop dat verbondenheid met Brussel nauw samenhangt met positieve stedelijke ervaringen, zoals een gevoel van gelijkwaardigheid en thuisgevoel. Omgekeerd blijken gevoelens van sociale uitsluiting en onveiligheid de band met de stad te ondermijnen.
Opvallend is dat deze gevoelens niet gelijk verdeeld zijn over alle thuistaalgroepen. Eentalig Franstaligen rapporteren doorgaans een minder gevoelens van sociale uitsluiting. Eentalig Nederlandstaligen onderscheiden zich in hun gevoel van gelijkwaardigheid, hoewel hun algemene stedelijke verbondenheid niet significant afwijkt van de andere thuistaalgroepen. Respondenten met een andere thuistaal dan het Nederlands of het Frans ervaren vaker sociale uitsluiting. Deze negatieve ervaring kan verband houden met een verhoogde gevoeligheid voor uitsluitingsmechanismen of met ervaringen van discriminatie, zoals eerder ook gerapporteerd bij Brusselse jongeren (Mansoury en collega’s, 2020).
Door deze verbanden in kaart te brengen, krijgen we meer inzicht in hoe Brusselaars hun relatie tot de stad beleven. Zo krijgen we beter zicht op welke groepen zich meer verbonden voelen met Brussel, en welke gevoelens deze stedelijke verbondenheid versterken dan wel ondergraven.
Bibliografie
Glaeser, E. (2012). Triumph of the City – How urban spaces make us human. Londen: Pan Books.
Janssens, R. (2018). Meertaligheid als opdracht – Een analyse van de Brusselse taalsituatie op basis van Taalbarometer 4. Brussel: VUBPRESS.
Kraus, P. (2023). Language, belonging, and citizenship. In The Routledge Handbook of Language Policy and Planning. Routledge.
Mansoury, E., Kavadias, D., & Echeverria Vicente, N. J. (2020). Exclusion and Antisystem Attitudes. The Impact of Perceived Discrimination in Attitudes towards Democracy and the Willingness to Use Violence among Adolescents in Brussels. Social Sciences, 9(10), 1-17. https://doi.org/10.3390/socsci9100175
Montserrat, G. (2013). Belonging. Solidarity and Division in Modern Societies. Cambridge: Polity Press.
Saeys, M., Simon, R., & Kavadias, D. (2025). Taalbarometer 5 – Een actueel beeld van meertaligheid en het Nederlands in Brussel. Gent: Academia Press.