Author(s)
Echeverria Nohemi
Source

BRIO-matrixfiche, 2021

Organisation
Year
2021
Language
NL
leerlingen

Inleiding

Het aantal leerlingen dat naar school gaat in de Vlaamse Rand is het afgelopen decennium gestaag toegenomen (zie Echeverria 2021). Bovendien bevindt de Vlaamse Rand, als grensregio tussen het Brusselse Gewest (BHG) en Vlaanderen, zich op het kruispunt van verschillende leerlingenstromen. Dit stelt de Vlaamse Rand voor unieke uitdagingen op het gebied van de woon-schoolpendel van de leerlingen die daar schoollopen of wonen. Deze fiche wil de schoolpendel van de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen en/of studeren in kaart brengen door twee vragen te beantwoorden: Waar gaan de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen naar school? Waar wonen de leerlingen die naar school gaan in de Vlaamse Rand? Voor de huidige fiche beperken we ons tot beschikbare cijfergegevens. De individuele motivaties achter deze dynamieken liggen derhalve buiten de focus van deze oefening.

De leerlingenstromen

Drie leerlingenstromen geven vorm aan de onderwijsdynamiek in de Vlaamse Rand: de interne stromen, de uitgaande stromen en de inkomende stromen.

Naar school in eigen gemeente/regio: de interne stromen

De interne stromen zijn de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen en in dezelfde regio naar school gaan. In het schooljaar 2019-20 ging bijna 77% (32.145 lln.) van de 41.620 leerlingen basisonderwijs wonend in de Vlaamse Rand naar school in de eigen gemeente. De cijfers in het basisonderwijs lijken bijgevolg meer op de situatie in Vlaanderen (81%) dan op deze in het BHG (69%)[1]. Dit is niet het geval voor het secundair onderwijs, waar de Vlaamse Rand het laagste percentage van lokale leerlingen vertoont. Van de 22.012 leerlingen secundair onderwijs wonende in de Vlaamse Rand is dit 34% (7.486 lln.). Vlaanderen (46%) en Brussel (39%) vertonen hogere percentages. Slechts 62% van de leerlingen basis- en secundair onderwijs in de Vlaamse Rand loopt school in de woongemeente, wat onder het gemiddelde in Vlaanderen ligt (67%). Dit is een gevolg van de historische evolutie van het Nederlandstalige onderwijs in Brussel en de Rand vanaf de jaren 1970 (Janssens, 2008; Janssens, Chaltin & Mares, 2013).

Kijken we daarentegen naar de cijfers van de intergemeentelijke schoolpendel binnen de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand, dan zijn de cijfers van lokale leerlingen iets hoger. Bijna 9 op de 10 leerlingen (89%) uit het basisonderwijs, woonachtig in de Vlaamse Rand gaan daar ook naar school (36.930 lln.), terwijl in het secundair onderwijs 56% van de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen er ook schoollopen (12.328 lln.). Dat wil zeggen: 77% van de leerlingen wonende in de Vlaamse Rand gaan daar tevens naar school. In tegenstelling tot de leerlingen uit het BHG, waarvan slechts 4% buiten het gewest naar school gaan, moeten leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen verder weg van hun regio pendelen. Deze tendens wordt deels verklaard door het (historisch bepaald) beperkt secundair onderwijsaanbod in de regio, maar hangt ook af van de vrije keuze van de ouders.

Mobiliteit van de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen: de uitgaande stromen

Met betrekking tot de mobiliteit van de leerlingen woonachtig in de Vlaamse Rand, pendelt 22,8% van de leerlingen basisonderwijs (9.475 lln.) naar een school in een andere gemeente dan hun woongemeente. Voor het secundair onderwijs is dit twee derde (14.526 lln.). Wanneer we de 19 randgemeenten samen beschouwen, zien we dat voor een derde van de leerlingen de woon-schoolpendel verplaatsingen buiten de Vlaamse Rand inhoudt.

Naar welke gemeenten pendelen de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen? Uit een analyse per Vlaamse provincie, inclusief het BHG, blijkt dat het merendeel van de leerlingen uit de Vlaamse Rand schoollopen in de provincie Vlaams-Brabant (88%) en in het BHG (10% voor het onderwijs ingericht door de Vlaamse Gemeenschap). Slechts 2% (1.464 lln.) loopt elders school.

Wel is het van belang deze cijfers te nuanceren naar onderwijsniveau en de stromen te differentiëren binnen de provincie Vlaams-Brabant, evenals het BHG. Ten eerste moeten we benadrukken dat slechts 4% (1.617 lln.) van de leerlingen basisonderwijs wonende in de Vlaamse Rand schoolloopt in een andere gemeenten van de provincie Vlaams-Brabant. Voor leerlingen uit het secundair onderwijs is dat aandeel hoger. Iets minder dan een kwart van hen (5.065 lln.) studeert in de andere gemeenten van Vlaams-Brabant. Ten tweede, wat betreft de leerlingen uit de Vlaamse Rand die in het BHG schoolgaan, zijn een duidelijk meer die schoollopen in scholen van de Franse Gemeenschap dan in scholen van de Vlaamse Gemeenschap (zie Van Laethem en Franklin 2016). Wat het basisonderwijs betreft, volgt slechts 6% (2.851 lln.)[2]van deze leerlingen die vanuit de Vlaamse Rand naar Brussel pendelen onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. 19% (9.486 lln.) volgt het onderwijs van de Franse Gemeenschap. In het secundair onderwijs volgt 10% van de leerlingen (3.377 lln.) die in de Vlaamse Rand wonen onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Bijna een derde van de leerlingen uit de Vlaamse Rand (10.493 lln.) volgt onderwijs van de Franse Gemeenschap in Brussel.

Figuur 1[3] – Inkomende en uitgaande pendelstromen van de Vlaamse Rand: met de rest van Vlaanderen en met het BHG (totaal aantal lln. basis- en secundair onderwijs, schooljaar 2019-20)

pendelstromen
Bron: BISA en Provincie in Cijfers

Inkomende pendelstromen – aantrekkingskracht van de Vlaamse Rand als schoollopende regio

Uit welke gemeenten komen leerlingen van buiten de Vlaamse Rand? De aantrekkingskracht van de Vlaamse Rand beperkt zich tot de provincie Vlaams-Brabant en het BHG. 88% van de leerlingen die in de Vlaamse Rand naar school gaan komt uit de provincie Vlaams-Brabant, en 8% uit Brussel (t.o.v. alle leerlingen die schoollopen in de Vlaamse Rand). Het aandeel leerlingen die in de Vlaamse Rand schoollopen en in één van de andere 46 gemeenten van Vlaams-Brabant wonen is echter slechts 8% (4.962 lln.). Voor het basisonderwijs is dit 5% (2.286 lln.), maar voor het secundair onderwijs ligt dit percentage hoger: 14% (2.676 lln.). Leerlingen uit Brussel vertonen vergelijkbare absolute en relatieve cijfers als leerlingen uit Vlaams-Brabant. Brusselse leerlingen zijn goed voor 8% (4.779 lln.) van het totaal aantal leerlingen die schoollopen in de Vlaamse Rand. 6% van de leerlingen die in de Vlaamse Rand (2.370 lln.[4]) schoollopen zijn Brusselse leerlingen basisonderwijs, en 13% (2.409 lln.[5]) zijn Brusselse leerlingen secundair onderwijs. De uitstroom naar Brussel (26.195 lln.) is vijf keer groter dan de instroom van Brusselse leerlingen (4.796 lln.).

Figuur 2 – Saldo van de Vlaamse Rand met de rest van Vlaanderen en met het BHG (aantal lln. basis- en secundair onderwijs, schooljaar 2019-20)

netto stromen
Bron: BISA en Provincie in Cijfers

Netto-stromen

De netto-stromen (het saldo) geven het totaal van instromers weer – de uitstromers van de Vlaamse Rand. Zij geven een meer nauwkeurig beeld van de intergemeentelijke uitwisseling van leerlingen tussen de verschillende regio’s. De netto-stromen met Vlaanderen en het BHG tonen een negatief saldo voor de Vlaamse Rand. In absolute aantallen is dit -2.109 leerlingen voor het basis- en secundair onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap of -3% van het aantal leerlingen dat in deze regio woont. Het grootste deel van de intergemeentelijke mobiliteit van de Vlaamse Rand is echter gericht op de provincie Vlaams-Brabant en het BHG. De netto-stroom met de andere gemeenten van de provincie Vlaams-Brabant is -1720 of -2,7% t.o.v. het aantal leerlingen dat in de Vlaamse Rand schoolloopt. Het negatief saldo van de leerlingenstromen tussen de Vlaamse Rand en het BHG is aanzienlijk hoger dan dat met Vlaanderen. Er is een negatieve netto-stroom met Brussel, met name -21.399 leerlingen of -26% van het aantal leerlingen in het onderwijs van de Franse en van de Vlaamse Gemeenschap die in de Vlaamse Rand wonen. Wat betreft het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is ook de netto-stroom negatief, met -1.449 leerlingen of -2.3% van het aantal leerlingen in het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Hierdoor blijft de Vlaamse Rand achter met een negatief saldo van -19.950 leerlingen met het onderwijs van de Franse Gemeenschap in Brussel.

Afsluitende opmerkingen

Dit overzicht van de leerlingenstromen in de Vlaamse Rand illustreert dat de Vlaamse Rand gekenmerkt wordt door interne stromen die kleiner zijn dan de rest van Vlaanderen: minder dan twee derde van de leerlingen uit de Vlaamse Rand gaat naar school in hun woongemeente. Hoewel de meesten vlak bij hun woongemeente schoollopen, pendelt een derde van de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen tot buiten deze 19 gemeenten om naar school te gaan. Er is een duidelijk verschil tussen het basis- en secundair onderwijs, zijnde dat de leerlingen van het secundair onderwijs het meest buiten hun woongemeente en in het bijzonder buiten hun regio pendelen.  De meeste leerlingen uit de Vlaamse Rand die buiten hun regio pendelen lopen school in de aangrenzende gemeenten van het BHG en, in mindere mate, in de rest van Vlaams-Brabant. De inkomende stromen van leerlingen komen ook uit het BHG en Vlaams-Brabant, en hebben een vergelijkbare grootte. De netto-stromen zijn negatief met deze twee regio's, maar groter met BHG en vooral met het onderwijs van de Franse Gemeenschap: bijna een kwart van de leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen volgen onderwijs van de Franse Gemeenschap in Brussel.

Deze cijfers belichten een aantal kwesties voor beleidsmakers op het gebied van onderwijs en mobiliteit. Ten eerste benadrukt de grote intergemeentelijke mobiliteit van de leerlingen binnen en buiten de Vlaamse Rand dat het schoolaanbod in verschillende gemeenten van de Vlaamse Rand, en binnen deze regio in het algemeen, nog sterker zou mogen aansluit bij de behoeften van de leerlingen die er wonen. 5 van de 19 Randgemeenten heeft immers geen aanbod voor het secundair onderwijs (zie Echeverria 2021). De financieringsinitiatieven tot scholenbouw van de huidige minister verantwoordelijk voor onderwijs illustreert tevens dat het beleid ook begonnen is aan een inhaalbeweging op vlak van aanbod in de Rand.

In tegenstelling tot het basisonderwijs zien we voor het secundair onderwijs meer verplaatsingen. Dit impliceert dat men zich bewust moet zijn aan de afstemming van openbaar vervoer op huidige (en toekomstige) infrastructuur. De inkomende en uitgaande schoolpendelstromen wegen immers mee op de mobiliteitskwestie.

Ten slotte, gezien de omvang van de uitwisseling van leerlingen met het BHG, is een betere registratie van de pendelstromen van deze leerlingen -namelijk in verhouding met het onderwijs van de Franse Gemeenschap- van groot belang.

Bibliografie

De Maesschalck, F., De Rijck en Heylen, V. 2014. “Dossier wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel”. Leuven: Steunpunt Sociale Planning.

Echeverria, N. 2021. “Evolutie van het aantal leerlingen en simulaties van de toekomstige schoolgaande bevolking (kleuter-, lager- en secundair onderwijs) in de Vlaamse Rand”. Fiche, Brussels Informatie- Documentatie en Onderzoekscentrum.

Janssens, R. 2008. “Taalgebruik in Brussel en de plaats van het Nederlands. Enkele recente bevindingen.”. Brussels Studies 13/7. https://journals.openedition.org/brussels/515

Janssens, R., Chaltin, K. en Mares, A. (2013). Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel - meer historiek. Brio Fiche 14183.

Van Laethem, M. en Franklin, A. 2016. “Van thuis naar school: herkomst en bestemming van de Brusselse leerlingen.” Focus, nr. 15, augustus.

 


[1] De cijfers van Brussel stemmen overeen met deze van 2019-20 voor het onderwijs van de Franse en de Vlaamse Gemeenschap, en werden ze opgehaald bij het BISA. We nemen geen cijfers van internationale of particuliere scholen in acht. De tendens om een basisschool in de nabijheid te kiezen van de woning is een veralgemeend fenomeen.

[2] Voor uitwisselingen met Brussel verwijst het aantal leerlingen per woonplaats naar het totaal van leerlingen die in de Vlaamse Rand wonen en les volgen in het onderwijs van de Vlaamse (Vlaanderen+BHG) en Franse Gemeenschap in BHG. We hebben geen gegevens over Wallonië.

[3] De figuren in de tekst zijn gemaakt met behulp van het datavisualisatieplatform Datawrapper.

[4] Het cijfer volgens BISA is 2.384.

[5] Het cijfer volgens BISA is 2.412.

Publication type
Card
Category
Education
Region
Vlaamse Rand