
Inleiding
De huidige fiche baseert zich in hoofdzaak op bevindingen uit het onderzoeksrapport van het SECUR-project, “Entre Sécularisation et Rupture. Jeunes musulmans bruxellois : pratique, identités et croyances”, een onderzoek naar moslimjongeren in Brussel in opdracht van Innoviris binnen het kader van het Anticipate-programma (Torrekens, Bensaïd & Kavadias, 2021).
Moslimjongeren, zowel jonge mannen als vrouwen, krijgen in onze samenleving regelmatig met verschillende vormen van afwijzing te maken. In de eerste plaats wordt de aanwezigheid van jongeren in de publieke ruimte vaak als problematisch ervaren. Daar bovenop komt ook het stigma van “moslim”: vooral sinds de aanslagen in Brussel ervaren deze jongeren dat ze al te snel geassocieerd worden met terrorisme. Ten slotte komt hier bij de mensen van niet-Belgische origine ook nog de confrontatie met racisme bij. In de media en het publiek debat komen moslimjongeren tevens meestal negatief in beeld, terwijl ze tezelfdertijd weinig de kans krijgen om zelf aan het woord te komen. Deze jongeren worden daarbij afgeschilderd als een homogene groep. Op basis van zowel enquêtegegevens, focusgroepgesprekken als individuele interviews in het kader van het SECUR-project blijkt net dat deze jongeren op verschillende manieren hun geloof toe-eigenen. Ze verhouden zich immers op diverse manieren tot hun onmiddellijke omgeving, en het land en de cultuur van herkomst. Anders gesteld: de diversiteit binnen de groep van moslimjongeren is groter dan hetgeen men doorgaans voorstelt in het publieke debat. Recent onderzoek van Mansoury en Saeys (2021) beaamt dat onderlinge verschillen binnen de moslimgemeenschap kunnen leiden tot controverses over religieuze of culturele kwesties. Voorbeelden hiervan zijn: het niet dragen van een hoofddoek, het niet eten van halal, en het niet deelnemen aan de ramadan.
Brusselse moslimjongeren groeien op met meervoudige identiteiten in een veranderlijke, superdiverse stedelijke omgeving. Deze identiteiten kunnen geworteld zijn in de identificatie met evenementen en personen die ze niet persoonlijk kennen (bijv. islamofobe reacties in de media), maar kunnen ook het gevolg zijn van persoonlijke ervaringen (bijv. overmatige identiteitscontroles). Het ontwikkelen van een identiteit in een dergelijke context is geen automatisch of onbewust proces. Voor de meeste onder hen vormt het een actieve, persoonlijke zoektocht, die leidt tot verschillende manieren van identiteitsverwerving.
Het SECUR-onderzoek toont aan dat Brusselse moslimjongeren zich in het algemeen het vaakst identificeren met de Islamitische wereld, op de voet gevolgd door de identificatie met Brussel, België, en de gemeentes waarin ze leven. Een deel van deze moslimjongeren hebben echter het gevoel binnen geen enkele gemeenschap thuis te horen. Het gaat hierbij slechts om een minderheid; het merendeel voelt zich verbonden met verschillende gemeenschappen en ziet zich simultaan als moslim, Belg, Brusselaar, Turk enz. Deze kosmopolitische jongeren zijn creatief in het ontwikkelen van hun meervoudige identiteiten die de fundamentele normen en waarden van enerzijds de religie, en anderzijds de samenleving waar ze deel van uitmaken onderschrijven.
Discriminatie
Najoua : “Op een dag wou mijn zus op het zebrapad oversteken, en een wagen vloog op haar af, en de bestuurder riep ‘vuile moslim’.”
Safae: “Om te werken is het moeilijk wat dat betreft. Ik heb al meisjes gezien die werden geweigerd voor stages, werk, … Ik vind het spijtig dat iemand simpelweg wordt gereduceerd tot zijn geloofsovertuigingen. Ik zie mezelf persoonlijk op een dag ook een hoofddoek dragen. Ik hoop dat men mij niet simpelweg daartoe reduceert.”[1]
Discriminatie is het onterecht anders behandelen van personen op basis van bepaalde kenmerken, zoals bijvoorbeeld afkomst of levensbeschouwing. Om de discriminatie bij Brusselse jongeren in beeld te brengen werden in het SECUR-onderzoek de perceptie van discriminatie bij moslim- en niet-moslimleerlingen met elkaar vergeleken. Het gaat hierbij expliciet over het gevoel gediscrimineerd te worden:
moslim | niet-moslim | |
Op school beschuldigd worden van iets dat je niet hebt gedaan | 42% | 35% |
Schoolresultaten krijgen die je niet hebt verdient | 38% | 36% |
De indruk hebben dat iemand bang van je is | 32% | 24% |
Gevolgd worden door bewakingsagenten of verkopers in een winkel | 28% | 14% |
Slecht of onjuist behandeld worden door een leerkracht | 28% | 27% |
De leerkrachten gaan er van uit dat je niet intelligent bent | 25% | 23% |
Mensen klampen zich vast aan hun handtas als je hen voorbijloopt | 20% | 11% |
Onjuist behandeld worden door een politieagent | 18% | 9% |
(n) | (863) | (926) |
Bron: DEBEST2019
We merken dat de percentages van perceptie van discriminatie bij moslimjongeren telkens hoger liggen dan bij niet-moslimjongeren. Bovendien variëren deze sterk naargelang de beschreven situatie of context. Bij interactie met politie en veiligheidspersoneel komt dit verschil het meeste naar voren. Het percentage jongeren dat zich gediscrimineerd voelt ligt in dit geval bij moslimjongeren dubbel zo hoog als bij de niet-moslimgroep. In de schoolcontext blijken de onderlinge verschillen veel beperkter.
Binnen het SECUR-onderzoek werd gemerkt dat jongeren op verschillende manieren een uitweg zoeken voor discriminatie. Zo gaat een deel van de jongeren zich inzetten op het laten zien wat het betekent ‘een goede moslim’ te zijn en op het positief vertegenwoordigen van de moslimgemeenschap binnen de eigen entourage. Bij anderen leidt het ervaren van discriminatie echter tot het afkeren van de omringende gemeenschap en het zich isoleren van de ruimere samenleving. Deze reacties volgen een pad dat beschreven wordt door de zogenaamde theorie van de reactieve etniciteit: discriminatie kan ervoor zorgen dat een persoon zich gaat terugtrekken uit de samenleving en vanuit een zoektocht naar verbondenheid, zich gaat identificeren met de cultuur, traditie en godsdienst van origine (Diehl & Schnell, 2006). Ook in het SECUR-onderzoek werd vastgesteld dat Brusselse jongeren die zich sterk identificeren met de islamitische wereld en met hun religie zich ook vaker gediscrimineerd voelen.
Band met Brussel
Ihsane : “Het is mooi, in Brussel heb je van alles, je hebt er alle soorten kleuren en talen. Ik vind dat meer levendig. Ik ben fier Brusselaar te zijn.”
Charaf: “In Brussel heb je diversiteit, maar op de andere plaatsen zoals Charleroi heb je alleen maar Belgen. Wanneer je in Vlaanderen bent zijn de mensen dat niet gewoon. Ze bekijken je en vragen zich af wat je komt doen.”
Jongeren met een migratieachtergrond behouden vaak een sterke band met het land van herkomst. Uit het SECUR-onderzoek blijkt dat dit voor moslimjongeren zelfs meer geldt dan voor jongeren met andere geloofsovertuigingen. Velen gaan er met plezier regelmatig op vakantie. Toch geven deze jongeren aan zich ook daar niet helemaal thuis te voelen. Ook daar worden ze gezien als ‘buitenlander’. Ze zien dan ook helemaal geen toekomst in het land van herkomst van hun ouders (of van een van de ouders). In Brussel, de stad waar ze leven en zijn opgegroeid, vinden ze daarentegen een plek waar ze zich thuis voelen. De jongeren identificeren zich zelfs meer met Brussel dan met België. Uit voorgaand BRIO-onderzoek bleek ook al dat jongeren in het algemeen zich steeds meer thuisvoelen in Brussel (Huyge, Janssens, Mansoury, 2019).
Het is stilaan een boutade dat Brussel na Dubai de meest diverse stad ter wereld is (International Migration Organisation, 2015). Het praktische gevolg is wel dat moslimjongeren in deze superdiverse stad een tolerantie ervaren voor wie ze zijn. Door de diversiteit in het straatbeeld is Brussel een plek waar vele van deze jongeren zich op hun gemak voelen en het gevoel hebben legitiem deel uit te maken van het sociale leven. Dit zien we ook in de resultaten van het SECUR-onderzoek in tabel 2:
(helemaal) akkoord | geen van beiden | (helemaal) niet akkoord | |
Ik voel me thuis in Brussel | 73% | 18% | 10% |
Ik voel me bedreigd in Brussel | 10% | 23% | 67% |
In Brussel is er een plek voor mij | 72% | 20% | 8% |
In Brussel voel ik me gemarginaliseerd | 8% | 21% | 71% |
In Brussel voel ik me gelijk aan anderen | 66% | 23% | 12% |
In Brussel heb ik evenveel kansen als anderen | 60% | 25% | 15% |
Bron: DEBEST2019
Meer dan 7 op de 10 jongeren voelt er zich thuis; bijna 7 op de 10 voelen zich in Brussel gelijkwaardig aan anderen en 6 op de 10 ervaren er evenveel kansen als anderen.
Tot slot
In vergelijking met niet-moslimjongeren ervaren de Brusselse moslimjongeren in sterkere mate verschillende vormen van discriminatie. Het is belangrijk om hierbij te beseffen dat een groot deel van deze jongeren zelf geen ‘objectieve’ discriminatie heeft ervaren. Het gevoel van discriminatie capteert ook veronderstelde discriminatie van mensen die ze kennen of van mensen met wie ze zich identificeren. Dit collectieve identificatieproces is echter even cruciaal als individuele discriminatie. De hoofddoek en de manier waarop dit tot symbool en inzet van strijd in de publieke opinie wordt gemaakt draagt hier zeker in grote mate toe bij.
De reacties op deze vorm van discriminatie zijn zeer uiteenlopend. Aan het ene eind van het spectrum zien we dat een deel van de jongeren zich voluit engageren in een ‘ambassadeursrol’: door het goede voorbeeld te geven hopen ze de gehele de moslimgemeenschap positief in beeld te brengen. Een minderheid kiest daarentegen voor een “reactieve religiositeit”. Ze keren de rug naar een samenleving waarin ze zich niet welkom voelen. In het verlengde hiervan halen ze de banden met het land, de religie en de cultuur van herkomst van de ouder(s) of grootouder(s) aan.
Slechts een minderheid ziet het land van herkomst van de ouders of grootouders als de enige mogelijke manier om zich te identificeren. De meeste bevraagde jongeren identificeerden zichzelf echter als afkomstig uit Brussel, als Belg of als Belgen met een bijzondere band met hun wijk. De overgrote meerderheid van deze jongeren ziet ook geen tegenstelling tussen het moslim zijn en de identificatie met Brussel of België. Brussel, als multi-etnische en diverse stad biedt voor het merendeel van deze moslimjongeren een plek waar ze zich thuis voelen, zichzelf kunnen zijn en waar ze ook trots op zijn.
Bibliografie
Torrekens C., Bensaïd N., Kavadias D. (2021). Entre Sécularisation et Rupture. Jeunes musulmans bruxellois : pratique, identités et croyances. Rapport de recherche (Innoviris, Anticipate). ULB-VUB: Bruxelles.
Diehl C., Schnell R. (2006). “Reactive Ethnicity” or “Assimilation”? Statements, Arguments, and First Empirical Evidence for Labor Migrants in Germany. International Migration Review. Vol. 40. Nr. 4. p. 786-816.
Galonnier J., (2015). The racialization of Muslims in France and the United States: Some insights from white converts to Islam. Social Compass. Volume: 62. Issue: 4. p. 570-583.
Huyge E., Janssens R., Mansoury E. (2019). Comme chez Brussel? Brusselse leerlingen en hun band met Brussel.
International Migration Organisation (2015). World Migration Report 2015 – Migrants and Cities: New Partnerships to Manage Mobility.
Mansoury E., Saeys M. (2021). De controverse over controversiële onderwerpen in de klas: Saved by the bell?. In Kavadias, D., B. Spruyt, N. Engels, G. Van Cappel (red.). Zinnekes zijn DEBEST – Diversiteit aan het werk bij Brusselse jongeren van vandaag. ASP: Brussel.
[1] De citaten in deze fiche komen uit het SECUR-onderzoeksrapport. De namen zijn fictief.