Autor(en)
Saeys Mathis
Ursprung

BRIO-matrixfiche, 2022

Organisation
Jahr
2022
Sprache
NL
pendel

Inleiding

In het najaar van 2022 stelde Actiris (2022), de Brusselse openbare tewerkstellingsdienst, dat ca. 84.000 niet-werkende Brusselaars op zoek waren naar een arbeidsplaats. Op hetzelfde ogenblik telde het Belgisch statistiekbureau STATBEL (2022) 28.600 openstaande vacatures in het Brussels Gewest. Uit cijfers van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling –VDAB– (2022) bleken er in heel Vlaams-Brabant dan weer 43.378 openstaande vacatures te zijn in september 2022. Voor het arrondissement Halle-Vilvoorde ging het specifiek om ca. 24.700 vacatures. Hoewel de vraag naar werk (84.000) netto groter lijkt dan het aanbod (53.300 als we Brussel en Halle-Vilvoorde samentellen), zien we geen verschuiving van vraag naar aanbod. De niet-werkende werkzoekenden blijken niet noodzakelijk hun weg te vinden naar het aanwezige aanbod op de arbeidsmarkt in de onmiddellijke nabijheid, en vullen derhalve de openstaande posities niet in.

Een aantal mogelijke verklaringen (die overigens elkaar niet uitsluiten) liggen hierbij aan de basis. De Brusselse arbeidsmarkt kent, in de eerste plaats, een zogenaamde ‘mismatch’. Het gaat over een markt die sterk gericht is op de kenniseconomie, en die aanleiding geeft tot een grote inkomende pendelstroom, hoofdzakelijk van hoogopgeleiden. Lokaal echter zien we een hoge werkloosheidsgraad bij de plaatselijke beroepsbevolking met een lage scholingsgraad (Corijn & Vloeberghs 2009; Eyckmans et al. 2022). Naast deze discrepantie blijkt talenkennis, en in het bijzonder de kennis van het Nederlands, van belang te zijn voor de toegang tot de arbeidsmarkt voor de Brusselaars, ongeacht hun opleidingsniveau (Actiris 2018; Dewatripont 2022). De 19 Brusselse gemeenten en de 19 randgemeenten, maar ook de bredere rand, vormen immers ruimtelijk en economisch complementaire gebieden (Degadt 2012). De nadruk op de kennis van het Nederlands bij Franstalige werkzoekenden is wel degelijk relevant in het kader van de intraregionale arbeidsmobiliteit tussen Brussel en Vlaanderen.

Eén van de voornaamste uitdagingen blijft echter de aansluiting tussen de Brusselse werkgelegenheidszones en hun zogenaamde ‘aanwervingsbekken’. De werkgelegenheidszone verwijst hier naar een regio met een aanzienlijk aantal beschikbare arbeidsplaatsen, die niet geheel ingevuld kunnen worden door de eigen beroepsbevolking, maar deels dienen aangeworven te worden in een gebied van (nabijgelegen) gemeenten via woon-werkpendel (voor een gedetailleerd overzicht, zie Vandermotten, Marissal & Van Hamme 2014). Op basis van de meest recente gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), uit 2018, geconsolideerd door Lockhart en collega’s (2022), synthetiseert deze fiche bestaande informatie over de geografische logica van de werkgelegenheid en het kwalificatieniveau van de werknemers op sectoraal niveau. Hoewel een exhaustieve uiteenzetting van de individuele onderzoeksresultaten niet tot de finaliteit van deze bijdrage behoort, wil het wel ingaan op een aantal elementen die de aansluiting tussen de Brusselse werkgelegenheidszones en hun aanwervingsbekken kunnen kaderen en/of sturen.

 

De ‘grenzen’ van Brussel en haar randgebied

Voor een goed begrip is het belangrijk te hernemen dat de huidig grenzen tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), haar periferie en de naburige regio’s niet helemaal samenvallen met hun sociaalgeografische realiteit. De veelheid aan functionele definities besproken door Echeverria Vincente en Saeys (2022) bevestigen immers dat de afbakening van een aandachtsgebied varieert naargelang de geoperationaliseerde indicatoren, zoals hun pendel-, migratie- en communicatiestromen. Deze vaststelling doet geenszins afbreuk aan de institutionele definities en afbakeningen, zoals opgenomen in de Belgische Grondwet, noch aan de morfologische bepalingen van het aandachtsgebied (Saeys & Echeverria Vincente 2022). Wel impliceert het dat zowel beleidsmakers als academici de nodige aandacht moeten schenken aan de gevoeligheden die gepaard gaan met de verwevenheid tussen de politiek-institutionele en sociaal-economische realiteit, evenals de moeilijkheid om een coherent aandachtsgebied af te bakenen, en als dusdanig een adequaat beleid te voeren voor deze grootstedelijke regio (Janssens, Mares & Kavadias 2018). 

 

De grootstedelijke economische dynamiek

In het verleden werd de Belgische economie vaak beschouwd als een concentrische ruimtelijke structuur met Brussel als centrum (Thisse & Thomas 2010). Op basis van de gebruikte gegevens van de RSZ en de RSVZ, kan evenwel worden opgemaakt dat de algemene geografie van de werkgelegenheid in België en het gewicht van Brussel hierbinnen, geen homogene entiteit is. We stellen namelijk vast dat er niet langer één werkgelegenheidszone, noch één aanwervingsbekken is voor Brussel; deze zijn eerder geografisch gespreid naargelang de activiteitensector. Hieronder wordt deze territoriale en macro-economische discrepantie van de pendelarbeid van en naar het BHG kort toegelicht.

Het BHG blijft de voornaamste regio in België op het gebied van economie (Waiengnier et al. 2020), tewerkstelling (Wayens et al. 2015) en logistiek (Strale 2020). Ook de randgemeenten vertonen, juist vanwege hun nabijheid bij Brussel, een stijgende groei, vooral in de economische dienstensector (Waiengnier et al. 2020) en kleinhandel (Wayens et al. 2015). Deze dynamiek tussen de regionale economieën komt onder meer tot uiting in de intra- en interregionale pendelstromen van en naar Brussel (zie Tabel 1).

tb1
Tabel 1: Intra- en interregionale pendelstromen van en naar Brussel. Bron: RSV & RSVZ; berekeningen door IGEAT-ULB (2022)

 

In 2018 vertrokken dagelijks vanuit Vlaanderen bijna 219.000 personen en vanuit Wallonië ca. 121.000 personen naar het BHG. Naast deze twee pendelstromen observeren we ook een groot belang van intergemeentelijke werkpendel binnen het BHG, met dagelijks 221.000 pendelaars. Een recente studie van Eyckmans en collega’s (2022) vormt de meest recente bevestiging van de eerder aangehaalde ‘mismatch’ volgens kwalificaties van werknemers. Zo’n 45,3% van de Brusselse arbeidsposities kan als “kennisintensief” worden beschouwd. Deze jobs vereisen een specifieke kwalificatie of competentie in termen van diploma en/of vorming. Dit aandeel ligt aanzienlijk hoger dan in Vlaanderen (31,3%) en Wallonië (30,9%). Met gemiddeld 38,7% kennisintensieve jobs, bevinden Vlaams- en Waals-Brabant zich dan weer tussen het BHG en de rest van het land.

Ongeveer 65.300 Brusselaars werkten in 2018 dan weer buiten hun regio, waarvan 51% in Vlaams-Brabant tegenover 18% in Waals-Brabant. Tabel 2 biedt meer context over de sectorale oriëntatie van deze uitgaande pendelstroom. Overeenkomstig met de classificatie inzake kennisintensieve jobs opgesteld door Eyckmans et al. (2022), illustreren de cijfers in deze tabel dat een aanzienlijk aandeel van de arbeidskrachten naar Vlaams- en Waals-Brabant deel uitmaken van het hoger gekwalificeerd segment van tewerkstelling. Concreet gaat het om de vetgedrukte sectoren. Hoewel deze geografische logica welbekend is, met een groot deel van de banen in de nabijgelegen Vlaamse voorstedelijke gemeenten (zie Echeverria Vincente & Janssens 2020), is de aansluiting tussen het werkgelegenheidsgebied en de aanwervingsbekken minder goed bekend (Ermans et al. 2019). Zoals eerder aangegeven vindt een aanzienlijk deel van de werkzoekende Brusselaars niet noodzakelijkerwijs de weg naar de openstaande vacatures buiten het BHG.

tb2
Tabel 2: Uitgaande pendelstoom van Brussel naar Vlaams- en Waals-Brabant. Bron: RSV & RSVZ; berekeningen door IGEAT-ULB (2022)
Noot: Enkel de 10 grootste sectoren werden weerhouden voor deze figuur

 

De wetenschappelijke vakliteratuur wijst als mogelijke verklaring op, onder meer, de geografische discrepantie tussen de werkgelegenheid en de aanwervingsbekken op sectoraal niveau (Vandermotten, Marissal & Van Hamme 2014). Twee sectoren werven niet noodzakelijk in eenzelfde aanwervingsbekken werknemers aan, noch zal een werkgelegenheidszone, zoals Brussel of de Vlaamse Rand, zich uitsluitend richten op één aanwervingsbekken, zoals bijvoorbeeld Vlaams- en Waals-Brabant. Er zijn dus geografische ‘breuken’ mogelijk tussen de plaats van tewerkstelling en de plaats van residentie in functie van het soort tewerkstelling, maar ook in functie van andere factoren (waaronder taal of ‘mentale grenzen’). Het voorgaande bleek reeds uit de pendelstromen van en naar Brussel (zie Tabel 1). Een dergelijke polycentrische oriëntatie van de werkgelegenheid kan tevens worden geïllustreerd aan de hand van kaarten die de geografie van de plaats van tewerkstelling, van in Brussel gedomicilieerde werknemers, toelicht. Uit tal van mogelijkheden opteren we hier voor zes sectoren die goed verbonden zijn met Brussel of veel laaggeschoolde arbeidsplaatsen bieden.

123

Rekening houdend met het voorgaande kan het Brusselse werkgelegenheidsbekken niet langer als een concentrische aantrekkingspool worden beschouwd. Concreet kunnen we niet over één aanwervings- of tewerkstellingszone spreken in het Brusselse randgebied. Het is veeleer een polycentrische pool met verscheidene aanwervingsbekken, die sectoraal georiënteerd zijn. Dit laatste nuanceert de eerdere vaststelling van Thisse en Thomas (2010). Vanuit geografisch oogpunt noopt de vraag of de slechte bereikbaarheid van tewerkstellingsplaatsen in de Rand rond Brussel niet een belangrijke belemmering vormt voor de ontwikkeling van de uitgaande pendelstroom (Ermans et al. 2019).

 

Slotbedenkingen

Bovenstaande cijfers bieden een eerste beschrijving van de bestaande mismatch en de geografische ‘breuken’. Hierbij kunnen kort een aantal kanttekeningen worden geplaatst. In de eerste plaats lijken de cijfers voor Vlaams- en Waals-Brabant te wijzen op processen die mogelijk analoog zijn aan wat in het BHG gebeurt. Dit impliceert dat de kans reëel is dat ook hier een ‘mismatch’ dreigt te ontstaan, gelijkaardig aan hetgeen in Brussel plaatsvindt. In Brussel is het aantal jobs voor midden- en hooggeschoolden de laatste decennia enkel toegenomen, terwijl een groeiend aandeel werkzoekenden geen of hoogstens een diploma secundair onderwijs bezit. Verder kan de aansluiting tussen de vraag in het randgebied en het aanbod aan arbeidskrachten in Brussel niet worden verbeterd als het probleem van mobiliteitsarmoede niet scherper en diepgaander in beeld wordt gebracht. Vanwege deze gebrekkige mobiliteit vinden vele inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet noodzakelijkerwijs hun weg naar openstaande vacatures in de Vlaamse Rand rond Brussel (of daarbuiten). Een ernstige analyse van de aansluiting van Brussel met de “voorstad” dringt zich dan ook op. Dit impliceert echter ook dat naast de analyse van geografische mobiliteit er ook oog moet zijn voor andersoortige barrières (die mogelijk te maken hebben met taal, maar ook met mogelijke mentale drempels tussen Brussel en “de Rand”). Uiteraard dient het voorgaande ook te worden beschouwd in het licht van de recente gezondheidscrisis (2020-2022) en de lopende energiecrisis, omstandigheden die aanleiding gaven en geven tot een gewijzigde macro-economische context.

 

Bibliografie

Actiris. (2017). De taalvereisten op de arbeidsmarkt en de talenkennis van de Brusselse werkzoekenden.

Actiris. (2022). Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt – maandverslag augustus 2022. Brussel.

Corijn, E., Vloeberghs, E. (2009). Brussel!, Brussel: VUBPress.

Degadt, J, De Metsenaere, M, De Vlieger, M, Janssens, R, Mares, Ann en Van Wynsberghe, C (red.). (2012). De internationalisering van de Vlaamse rand rond Brussel. Brussel, ASP nv.

Dewatripont, A. (2022). Focus nr. 52 – De kennis van het Nederlands: een bepalende factor voor de toegang tot werk voor Brusselaars? Brussel: BISA.

Echeverria Vincente, N. J., & Janssens, R. (2020). Naar een typologie van de Vlaamse Rand gebaseerd op sociaaleconomische profielen. BRIO Working Paper 7.

Echeverria Vincente, N. J., & Saeys, M. (2022). Een overzicht van functionele afbakeningen van het randgebied rond Brussel. Fiche, BRIO.

Ermans T., Brandeleer C., d’Andrimont C., Hubert M., Kevin Lebrun, Marissal P., Vandermotten C. et Wayens B. (2019). Analyse van de woon-werk en woon-schoolverplaatsingen met betrekking tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Katernen van het kenniscentrum van de mobiliteit.

Eyckmans, J., Spithoven, A., Teirlinck, P., Vanhamme, G., & Van Puyenbroeck, T. (2022). The knowledge base of Brussels – A report for VOKA metropolitan. Brussel: BSI.

Janssens, R., Kavadias, D., & Mares, A. (2018) In de ban van de Rand – verkennend onderzoek naar de uitdagingen en kansen in de Vlaamse Rand rond Brussel. BRIO.

Lockhart, P. M., Marissal, P., Van Hamme, G., & Wayens, B. (2022). Partie 3 – Mise à disposition de données permettant une analyse sectorielle. BSI Working Paper.

Saeys, M. en Echeverría, N. (2022). De ‘grenzen’ van de Vlaamse Rand rond Brussel. Fiche, BRIO.

STATBEL (2022). Vacatures beschikbaar op de arbeidsmarkt.

Strale, M. (2020). Logistics sprawl in the Brussels metropolitan area: Toward a socio-geographic typologyJournal of Transport Geography88, 102372.

Thisse, J-F., & Thomas, I. (2010). Bruxelles au sein de l’economie belge : un bilan. Regards économiques. IRES-UCL.

Vandermotten, C., Marissal, P., & Van Hamme, G. (2014). La production des espaces économiques: La formation de territoire. Bruxelles: Les Editions de l'Université Libre de Bruxelles.

VDAB (2022). Vacaturebericht – Provincie Vlaams-Brabant – september 2022.

Waiengnier, M., Van Hamme, G., Hendrikse, R. & Bassens, D. (2019). Metropolitan Geographies of Advanced Producer Services: Centrality and Concentration in Brussels. Tijdschrift voor economische en sociale eografie, 111(4), 585–600.

Wayens, B., Debroux, T., Godart, P., Mahieu, C., Strale, M. & d’Ieteren, E. (2020). Kleinhandel in Brussel: de stad verzoenen met een sector in volle verandering. Brussels Studies.

Wayens, B, & Keutgen, C. (2015). Quels commerces pour quels emplois ? Structure et logiques d’organisation du travail dans l’aire métropolitaine bruxelloise. Brussel: Inter-environnement Bruxelles. Etudes et analyses.

 


[1] Concreet verwijst de terbeschikkingstelling van personeel naar jobs in de arbeidsbemiddeling en uitzendbureaus.

 

 

Veröffentlichungsart
Karte
Kategorie
Arbeit / Wirtschaft (DE)
Arbeitsmarkt
Grenzgemeinden
Beziehung Brüssel / Flandern
Arbeitgeber
Mitarbeiter
Region
Region Brüssel-Hauptstadt
Vlaamse Rand
Share this