Auteur(s)
Mares Ann
Janssens Rudi
Kavadias Dimokritos
Bron

BRIO-matrixfiche, januari 2018

Organisatie
Documentatiecentrum Vlaamse Rand
Jaar
2018
Taal
NL
f

Inleiding

Op basis van interviews met burgemeesters uit de 19 gemeenten en een online bevraging bij zo’n 200 stakeholders nam BRIO in samenwerking met documentatiecentrum Vlaamse Rand de temperatuur op in en om de Rand. De bedoeling van het onderzoek was de diversiteit aan ideeën en opvattingen over de Rand in kaart te brengen, de uitdagingen en troeven na te gaan en de beleidsprioriteiten voor de toekomst.

Op 14 oktober 2018 zijn er opnieuw gemeenteraadsverkiezingen en ook in dat opzicht leek het interessant om in te zoomen op de lokale situatie en na te gaan in hoeverre de gemeenten bezig zijn met bovengemeentelijke vraagstukken of eerder in beslag worden genomen door lokale bekommernissen. In deze fiche worden de krachtlijnen van de interviews met burgemeesters uiteengezet en in een tweede fiche komen de resultaten van de online bevraging bij stakeholders aan bod.

Belangrijkste uitdagingen in de Vlaamse Rand

Bij de geïnterviewde beleidsmakers werd gepeild naar wat de 3 belangrijkste uitdagingen zijn voor hun gemeenten. De top-3 bestond uit:

  • mobiliteit
  • de demografische veranderingen
  • het behoud van de lokale eigenheid
Mobiliteit is een thema dat duidelijk beroert. Het komt vrijwel in alle interviews als een van de grootste uitdagingen van het moment aan bod, maar wordt niet altijd op dezelfde manier ingevuld. Vrijwel in alle gevallen gaat het om hoe met de persoonswagen wordt omgegaan. In een aantal gemeenten heeft mobiliteit ook te maken met het vele vrachtverkeer, het sluipverkeer, het dichtslibben van de Ring of net met het ontbreken van de Ring op hun grondgebied. Ook de problematiek van de luchthaven, de situatie van het openbaar vervoer, fietssnelwegen, deelauto’s, elektrische auto’s en  de mogelijke alternatieven via vervoer over het water, kwamen aan bod. Mobiliteit impliceert ook effecten op het milieu; het gaat dan vooral om bekommernissen over fijn stof en geluidsoverlast. In alle gemeenten in de Rand gaven burgemeesters aan dat zij sterk zijn geïmpacteerd door mobiliteitskwesties.
 
Op de vraag naar de belangrijkste uitdagingen voor het beleid blijken ook de snelle demografische veranderingen een hoofdbekommernis bij de lokale beleidsmakers. De bevolkingsgroei is er spectaculair te noemen met een gemiddelde groei van 8% tijdens de laatste 10 jaar, maar in bijvoorbeeld Machelen, Zaventem en Vilvoorde worden gemiddelden opgetekend tussen 15 en 18 %, wat overeen komt met de groei van de Brusselse gemeenten.
De ligging nabij Brussel bepaalt in grote mate de migratie naar de Vlaamse Rand. In 2015 was bijna 44% van de inwijking in de Rand afkomstig uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dat zijn vooral dertigers met kinderen – jonge gezinnen dus op zoek naar betaalbare woningen en meer groen. Dat brengt een reeks nieuwe beleidsuitdagingen met zich mee. Hoe inspelen op de toename van een vooral jonge bevolking in de gemeenten? Hoe die mensen opvangen in de gemeente en voldoende voorzieningen aanbieden onder meer op het vlak van huisvesting? Wat met de zorg en het onderwijs? Het zijn vragen die de burgemeesters duidelijk bezig houden. Ook de betaalbaarheid van deze voorzieningen baart hen zorgen. Bij de bespreking wordt vaak de verwachting uitgedrukt dat hier meer erkenning vanwege hogere beleidsniveaus wordt verwacht en ook meer middelen om deze uitdagingen de baas te kunnen.

Met de demografische druk gaat een derde aandachtsprioriteit gepaard: namelijk het behoud van de lokale eigenheid of eigenheden. Deze uitdaging wordt gedefinieerd als het behoud van het 'dorpse' of 'authentieke' karakter van hun gemeente. Een burgemeester van een van de gemeenten omschreef het als: 'Wij hebben de cultuur van een dorp'. Dat uit zich onder meer in kleinschaligheid en ook in een vrij groene woonomgeving, wat als contrast wordt gezien met een grote bevolkingsdichtheid en verstedelijkingstendenzen die met Brussel worden geassocieerd.
De internationale ambitie van Brussel trekt mensen aan uit alle windrichtingen en die vinden ook hun weg naar de Rand. Deze uitdaging gaat met taalaspecten gepaard. Veel aandacht van de burgemeesters gaat dan ook naar de vraag: Hoe het Vlaamse karakter van de gemeente behouden en nieuwkomers verleiden om het Nederlands te omarmen? Een goed aanbod van NT2-cursussen en ondersteuning van het lokale Vlaamse verenigingsleven zijn daarbij belangrijke beleidsinstrumenten. In heel de Rand wordt een hecht en volks verenigingsleven ook als een van de redenen aangegeven om zich daar goed te voelen. Uit de gesprekken blijkt dat verenigingsleven echt als een troef wordt ingezet om sociale contacten te bevorderen zodat burgers elkaar wegwijs maken en conflicten onderling oplossen.
De taalsituatie wordt quasi nergens nog omschreven in termen van de 2 traditionele taalgemeenschappen en ‘verfransing’ is in het discours veelal vervangen door ‘internationalisering’.

Opvallend was dat veiligheid slechts in enkele gemeenten aan bod kwam als uitdaging. Er is slechts 1 burgemeester die het bij de 3 belangrijkste uitdagingen vermeldt. In een aantal gemeenten tonen de statistieken een recente daling aan van de misdaadcijfers. In meerdere gemeenten worden positieve verhalen opgetekend over het BIN (Buurt Informatie Netwerk) en over initiatieven als buurtbemiddeling. Hoewel het op dit moment niet als een kernprobleem wordt omschreven, wordt criminaliteit in sommige gemeenten gekoppeld aan de ligging nabij Brussel. Andere burgemeesters wijzen dan weer op het feit dat bijvoorbeeld inbraken eerder te maken hebben met de sociaaleconomische samenstelling van hun bevolking. Ook de nabijheid van een vluchtroute of de autostrade blijkt van belang.

Belangrijkste troeven van de Vlaamse Rand

De top-3 van de troeven volgens de lokale beleidsmakers:
  • de ligging nabij Brussel
  • het dorpse karakter van de Rand
  • het groene karakter van de Rand
Een van de opvallende bevindingen is dat een meerderheid van de burgervaders uit de Rand spontaan de ligging nabij Brussel als de belangrijkste troef van hun gemeente benoemt. De nabijheid van Brussel kwam ook al aan bod bij de uitdagingen, maar dan als bedreiging voor het dorpse karakter en wordt dus beschouwd als een zegen zowel als een vloek, of zoals een burgemeester het treffend omschreef: 'De gemeente ligt ver genoeg, maar niet te ver van Brussel.' Het lijkt paradoxaal dat de ligging die als de grootste troef wordt vernoemd, tegelijk veel wantrouwen met zich meebrengt. De houding van de randgemeenten ten opzichte van Brussel wordt ook verzwaard door de houding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest t.o.v. de luchthavenproblematiek en de ongelijke spreiding van de vluchten.

De tweede troef die als typisch voor de Vlaamse Rand wordt omschreven is het ‘dorpse’ en ‘kleinschalige’ karakter van vele van deze gemeenten. En deze kwaliteit willen de meeste burgemeesters ook graag zo behouden.

Het behoud van het groene karakter van de randgemeenten werd ook als een van de belangrijkste uitdagingen aangegeven en wordt beschouwd als een sterke eigenschap. Kleinschaligheid, meer groen, een rustigere omgeving, meer geborgenheid, een dorpsmentaliteit, … het is aan de hand van dergelijke kenmerken dat het dorpse karakter wordt omschreven. Hier tekent zich een dilemma af. Hetgeen deze gemeenten zo aantrekkelijk maakt, zorgt er ook voor dat meer en meer mensen daar willen komen wonen, wat de open ruimte en het dorpse karakter onder druk zet en de prijzen van woningen de hoogte in jaagt, met sociale verdringing tot gevolg.

Beleidsprioriteiten voor de toekomst

Aan de burgemeesters werd gevraagd hoe zij hun gemeente zien evolueren de komende 10 tot 20 jaar en ook hier blijkt de verwachting dat het mobiliteitsvraagstuk bovenaan de beleidsagenda blijft staan. De beleidsverantwoordelijken zijn er ook van overtuigd dat een samenwerking met de buurgemeenten, met Vlaanderen en met Brussel een noodzakelijkheid is om de mobiliteitsknopen te ontwarren. De meeste burgemeesters vrezen ook de komende jaren voor een aanhoudende demografische druk op de gemeente, waardoor de leefbaarheid en de lokale voorzieningen onder spanning komen te staan. De instroom van veel anderstalige inwoners zorgt voor veel belangstelling voor lessen Nederlands, wat algemeen als positief wordt beschouwd. De kennis van de taal is vaak een noodzakelijke voorwaarde om werk te kunnen vinden in de regio en wordt beschouwd als een opstap naar integratie in de gemeenschap. Blijven inzetten op een groot aanbod van lessen Nederlands om het taalkarakter van de streek te vrijwaren, zal volgens de meeste ondervraagden in de toekomst nodig blijven. Het verzoenen van deze bevolkingsgroei en het ‘behoud van het groene en dorpse en Vlaamse karakter’ van de Rand wordt als een belangrijke evenwichtsoefening voor de toekomst beschouwd. Ook om hiermee te kunnen omgaan is een grensoverschrijdende samenwerking volgens de burgemeesters wenselijk.
Van de samenwerkingen tussen de gemeenten onderling wordt veel verwacht. De intercommunales en ook het Toekomstforum Halle-Vilvoorde worden het meest genoemd als goede bestaande vormen van samenwerking met andere gemeenten. Het Toekomstforum wordt door de meeste burgemeesters als een nuttig platform ervaren van samenwerking tussen de 19 gemeenten, maar ook met andere gemeenten van Halle-Vilvoorde die met gelijkaardige uitdagingen kampen. In totaal zijn 35 gemeenten bij dit overleg betrokken. De positieve erkenning voor dit platform wil nog niet zeggen dat de burgemeesters voor een uitbreiding zijn van het aandachtsgebied. Ze stellen zich de vraag op basis van welke criteria deze uitbreiding dan zou gebeuren? En waar zou men dan stoppen? In Gent en Antwerpen?
De 19 gemeenten blijven volgens de Randburgemeesters toch gekenmerkt door een eigen problematiek en dynamiek, te wijten aan hun ligging vlakbij Brussel, die de situatie er anders maakt dan in een doorsnee Vlaamse gemeente. Ze zien de Rand als een bufferzone tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de rest van Vlaanderen.
Sommige gemeenten verwachten in de toekomst ook gesprekken met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om samen te werken of althans om als volwaardige partner mee aan tafel te worden uitgenodigd bij grote projecten die ook de Rand aanbelangen. Vrijwel elke beslissing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op het vlak van ruimtelijke ordening, mobiliteit of inzake milieu heeft immers een impact op de Rand.

Meer aandacht en meer middelen

De specificiteit van de Randgemeenten -vaak kleinere gemeenten die te maken hebben met grootstedelijke uitdagingen- wordt volgens meerdere burgemeesters te weinig erkend en ondersteund door het beleid. Dat geldt zowel voor het Vlaamse niveau als voor het federale.

Randgevoel?

Sinds 1995 maakt de Vlaamse Regering samen met de Provincie Vlaams-Brabant van de Vlaamse Rand een prioritair aandachtsgebied gericht op 'het veilig stellen en bevorderen van de Nederlandse taal en cultuur'(1). Is er na meer dan 20 jaar specifiek beleid in de gemeenten zelf een soort Vlaamse Randgevoel gegroeid? Ook op die vraag werd door middel van dit verkennend onderzoek een antwoord gezocht.
Op basis van deze interviews kan niet echt worden geconcludeerd dat er sprake is van een gedeelde identiteit van de Rand, wel van gemeenschappelijke uitdagingen, waarover de burgemeesters oordelen dat die best ook gemeenschappelijk worden aangepakt. Er kon geen soort Vlaamse Randgevoel of gemeenschappelijke randidentiteit worden vastgesteld in de stijl van het ‘Limburggevoel’. Als er al sprake is van een gezamenlijke identiteit, dan komt de Gordel of het huidige Gordelfestival naar voren als sterk verbindende factor. Ook RINGtv, Randkrant en vzw ‘de Rand’ worden gezien als gemeenschapsbevorderende initiatieven.
De eigenheid van de Rand wordt in grote mate bepaald door de nabijheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wat een hoop voordelen met zich mee brengt, maar ook een stedelijke druk op het dorpse en Vlaamse karakter van de gemeenten. Er is dus wel een gemeenschappelijkheid of verbondenheid waar te nemen als het daar op aankomt.

Tegelijk klinken er in quasi elke gemeente argumenten waarom de gemeente ook specifiek is binnen de 19. Elke burgemeester beschouwt de eigen gemeente als uniek. Bij sommige gemeenten is dat door de ligging – geprangd tussen Brussel en Wallonië of Zoniënwoud –, door de schaal, door de aard van activiteit op hun grondgebied (luchthaven), door de aanwezigheid van een welgestelde hooggeschoolde bevolking (meer expats), door de centrumfuncties die vervuld worden, door het toeristisch potentieel of de typische folklore (steltenlopers), door de aanwezigheid van bepaalde dieren (paarden) of door de indeling bij een ander arrondissement dan de andere Randgemeenten. De lokale eigenheden zijn dus ook sterk aanwezig in het discours van de burgemeesters over hun gemeente.

Ann Mares, Rudi Janssens & Dimokritos Kavadias, januari 2018

Voetnoten

Actieplan van de Vlaamse regering voor de Vlaamse rand rond Brussel. Elementen voor een globale en gestructureerde aanpak voor het zuidelijk deel van Vlaams-Brabant, Vlaamse Regering 1996.
 

Meer lezen

Rudi Janssens, Dimokritos Kavadias, Ann Mares, ism Kenneth Hemmerechts en Karla Goetvinck, In de ban van de Rand. Verkennend onderzoek naar uitdagingen en kansen in de Vlaamse Rand rond Brussel, BRIO-onderzoeksrapport, 2018.
Publicatie type
Fiche
Categorie
Politiek / Bestuur
Verkiezingen / kiessysteem / partijen
Regio
Vlaamse Rand
Share this